Tag archieven: dekentje

Wat ik van mijn nieuwe dekentje vind

dekentje

Ik heb heel veel dekentjes, zeker voor een kater die er alleen op wil liggen omdat hij er nog niet goed onder durft. Ik heb zelfs genoeg dekentjes. En toch kwam er een nieuw dekentje in huis.

Kussen

Mijn idee is dat niet. Ik sta nooit te miauwen van, geef me een nieuw dekentje. Wat ik heb, ruikt naar thuis en ik ken het, dat ik weet wat ik ermee kan. Dus iets nieuws, nee, nergens voor nodig. “Het is heel erg zacht,” riep mijn vrouw blij. Ze legde het helemaal over mijn kussen op de bank dus dat was opeens weg. Toen ze op het dekentje klopte dacht ik nou vooruit dan doe ik mee. Dus ik sprong erop.

Eerlijk waar, ik ben geen stoere jongen in die dingen. Veranderingen vind ik moeilijk. En nergens voor nodig. Als alles goed is zoals het is dan vind ik lekker zo laten.

Maar een vrouw wil veranderingen, zo zijn ze.

Ruiken

Het nieuwe dekentje rook raar. Het was een lucht die ik niet ken en geen lucht dat je zegt daar ga ik van rieleksen. Dus ik ruiken en ik liep heel voorzichtig door want ik was aan het ontdekken. Ik voelde me best gespannen dus het was goed dat mijn vrouw voor de bank bleef zitten om me te aaien en het dekentje uit te leggen. Dat het zo fijn was en zo zacht, en ik dacht de hele tijd waar is mijn kussen gebleven daar lig ik liever op.

Fototoestel

dekentjeJe doet je best als huiskater. Maar op het dekentje liggen dat lukte me echt niet. Het rook fout. Het was anders. Ik wilde mijn kussen van de bank.

En mijn vrouw had het fototoestel in haar hand dus dan weet je het wel. Ik ben toen netjes gaan zitten op het dekentje en daar werd ze blij van. Nou mooi.

Daarna ging ik slapen op mjn tapijtje. Om thuis een boodschap af te geven en ze snapte het.

Toen ik wakker werd, lag het dekentje ergens in een hoek van de huiskamer. Dus daar hoef ik voorlopig niks mee en dat was ik ook niet van plan. Het goede nieuws is dat mijn kussen op de bank er weer was en daar ben ik toen op gaan liggen. Wat een dag was het. Ik maak  veel te veel mee.

Iets nieuws om op te liggen (filmpje)

Mijn vriend Jip liet op feesboek zien dat hij iets nieuws had om op te liggen. Een soort kuil met dekens. Hij vond het super. Dus toen wilde ik dat ook. Maar dan zonder kuil.

Eng

Nou zult u zeggen een kuil met dekens is toch superfijn. Ja, als je stoer bent, ik bedoel echt stoer van binnen. Ik ben het een beetje. En een kuil waar je in moet en dat je dan niet meteen weg kunt en je weet niet wat er verder allemaal gebeurt wat je niet kunt zien, een kuil is niks voor mij. Dat vind ik eng.

Dus dat hoefde ook gelukkig niet.

Bank

Ik heb hier dus een ligkuil zonder kuil. Het is plat. Dan kan ik blijven opletten. Het is een handdoek op een dekbed op een kussen op de bank.

Boven op het bed heb ik ook een eigen dekbed met een handdoek. Dan weet ik dat het mijn stuk van het bed is en mijn vrouw weet dat ook. Zulke dingen zijn belangrijk als je samenwoont. Dat je weet dit is van mij en dit is van jou. Dan kun je altijd nog gaan delen maar dan moet je wel eerst weten wat van jou is.

Wennen

Als er iets nieuws is dan moet ik daar heel erg aan wennen. Eerst deed ik of de ligkuil zonder kuil er niet was. Dus ik ging gewoon op mijn kussen slapen en ik keek de andere kant op.

Toen liep ik er zogenaamd per ongeluk overheen. En eigenlijk dacht ik: hier kan ik niks mee. Maar toen deed mijn vrouw een truc. Ze strooide spul over de handdoek, spul waarvan ik zo lekker raar in mijn kop wordt. Dus ik erheen en ruiken. Daarna liggen.

Film

Dus toen kon ik het een beetje, daar liggen. Maar het blijft toch wennen, iets nieuws, dat ziet u op de film.

 

 

Oefenen met het dekentje (filmpje)


U ziet mij hier onder een dekentje liggen en u hoort mij spinnen en het is ook zo dat ik me supertevreden voel, maar dat kon ik vroeger niet. Ik bedoel onder een dekentje liggen.

Vroeger vond ik het eng. Net of ik gevangen was en nergens meer heen kon. Volgens mijn vrouw heeft dat te maken met iets uit mijn verleden. Volgens mij wilde ik het gewoon niet. Want als er iets op je ligt, dan kun je niet meteen weg als dat moet en soms moet het gewoon,en je weet nooit precies wanneer.

Mijn vrouw legde de deken neer en ze zei dat die van Tim was geweest, de kater die hier voor mij woonde. Ze had de deken in twee stukken geknipt en gewassen en nou kon ik er misschien iets mee, zei ze. Nou misschien.

Het duurde best lang geloof ik maar op een dag rook die deken naar thuis. Naar gewoon. Ik kon er op zitten en dat was best lekker warm. Ik kon er ook fijn op liggen.

Soms legde mijn vrouw de deken over mijn achterpootjes en dan aaide ze me. Ja, dan ga je als huiskater toch spinnen. En ik ontdekte dat ik door die deken best warme achterpootjes kreeg en dat het fijn voelde. Helemaal niet moeilijk.

Dus nou kan ik onder de deken. Tot halvewege ongeveer verder wil ik het niet. Ik weet dat er katten zijn die diep onder een deken gaan en ook tussen dekbedden durven hangen en weet ik wat voor avonturen doen, maar dit is voor mij wat ik nou kan en durf.

Ik weet dat ik er best stoer uitzie, maar er zijn best veel dingen waarvan ik voel, dat zijn moeilijke dingen voor mij. Dus dan neem ik de tijd om te wennen en thuis krijg ik heel veel steun dat helpt ook.

Onder een dekentje liggen is best een ding

onder dekentje liggen  Onder een dekentje liggen is best een ding. Voor mij dan. Ik weet dat er katten zijn die het heel gewoon vinden en die elke dag ergens onder kruipen. Voor mij is dat helemaal niet gewoon.

Soms wil ik wel maar durf ik niet. Of ik moet er even over nadenken of ik het zekerweten wel echt durf. Dan heb ik ook.

Hospitaal

Vroeger in het hospitaal had ik een warm groot dekentje, dat was voor mijn gevoel. Want ik was in die tijd heel bang en ik had een verstopplek nodig. Dat niemand me kon zien. Dat bange was gekomen door het straatleven en alles wat ik daar had meegemaakt. Toen was ik voor alles en iedereen bang geworden maar ja als niemand je ziet dan ben je toch veilig, en dat lukte ook heel goed met de deken.

Huis

Nou, en toen ik hier kwam, had ik geen verstopdeken meer nodig. Het ging best beter met me. In het hospitaal was ik opgelapt en hier was het gezellig. Ik durfde meer. Gewoon liggen en slapen dat ze mijn buik kon zien dat lukte gewoon. Ik wist van binnen wel dat als er wat gebeurde ik dan meteen kon wegspringen. Dat gevoel van jeweetnooit zat best in me.

Dekentje

Dus toen er hier een dekentje kwam, durfde ik er eigenlijk niet goed onder. Want dan zou ik niet gemakkelijk meer wegkunnen.

Oefenen

Het dekentje bleef gewoon bij mijn kussen liggen maar ik deed er niks mee. Mijn vrouw zei dat we ermee gingen oefenen en dat ik het misschien wel superfijn ging vinden. Eerst legde ze het tegen me aan.
Heel veel dagen later legde ze het dekentje een beetje over me heen en dan aaide ze me. Mijn achterwerk werd lekker warm en mijn achterpoten ook. Echt, lekker. Dat had ik niet verwacht.

Durven

Ik ben nog steeds aan het leren durven, daar ben ik heel eerlijk over. Maar het is ook zo, dat ik best vaak onder het dekentje lig. Maar niet helemaal dat is te moeilijk.