Toen er een brokje op een rare manier wegstuiterde, schrok ik. En toen mijn vrouw naast me ging zitten, werd ik plotseling bang en moest blazen. Dat er iets niet goed was, wist ik zelf ook wel. Alles was net zo fijn en nou dit. Ik voelde me klein. Mijn vrouw keek me aan en zei droevig: “Bertje toch.” Dat vond ik nog veel erger.
Wat er aan de hand was, begreep ik niet. Deze week wonen we negen maanden samen en alles ging gewoon goed. Ik ben nog steeds aan het leren hoe het is om een huiskater te zijn. De een is nou eenmaal wat sneller dan de ander, en ik ben die ander. Want ik heb tijd nodig om iets te begrijpen en te voelen dat het hier echt, helemaal veilig is. Het is in orde, geloof ik. Daarom was het des te gekker dat ik schrok en bang werd.
Na het blazen heeft mijn vrouw me geaaid op die zachte manier waar ik het meeste van hou. Het deed me goed. Ik werd van binnen rustig. Ze zei, dat het een nieuwe fase kon zijn. Dat er dingen van vroeger weer terug in mijn kop kwamen juist omdat ik me veilig ben gaan voelen. En ze zei dat ik misschien psychische problemen had en dat ze mij ging ondersteunen. We zouden voortaan langer aaien, ik kreeg extra druppeltjes en speltherapie voor mijn zelfvertrouwen. Dus langer aan de gang met het lintje.
Tegen die dingen heb ik geen bezwaar. Juist fijn. En ik geloof ook wel dat het helpt. We aaien elke ochtend lekker lang. Ook voordat ze naar bed gaat, dan val ik onder haar hand gewoon in slaap. Tussendoor aaien we en als ik ’s nachts zin heb, kan ik haar wakker miauwen.
En die druppels, eerlijk is eerlijk, ze helpen.
Maar therapie?
Wat een stom idee.
Tim, de kater hier voor mij was, heeft een boek geschreven. Daarin klaagde hij dat hier alles zo gauw therapie wordt. Nou snap ik wat hij bedoelde. Spelen is toch geen therapie? Dat is gewoon spelen. Een lintje is een lintje, hoe je het ook noemt. Tegen dat therapie-idee protesteerde ik dus, hoewel dat niks uithaalt bij een vrouw.
Toch gaat het alweer wat beter met me, geloof ik. Ik ben niet meer geschrokken. Ik wil wel even zeggen dat ik het helemaal niet erg vind om psychisch te zijn. Iedereen is weer anders, en ik ben bijzonder, dat zegt mijn vrouw en dat geloof ik wel meteen!!
(DIt blog verscheen eerder bij de Vereniging Kattenzorg)