Vaak wordt gezegd dat katten solitaire dieren zijn. Solitaire dieren zijn dieren in hun eentje leven. Ze verdedigen alleen zichzelf. Ze jagen in hun eentje. Ze kennen geen rangorde, er is dus geen dominantie en geen onderdanigheid. Verder hebben solitair levende dieren een eigen territorium.
Lang werd gedacht dat alle katachtigen, waaronder de verre voorouders van onze huiskatten, solitair zijn. Afgezien van leeuwen dan, die in groepjes leven. Maar het is gebleken dat bijvoorbeeld tijgers ook veel sociale contacten hebben. Dat hadden mensen gewoon niet opgemerkt.
Een kat heeft in principe alles in zich om alleen te kunnen leven.
Ze jagen in hun eentje, en vangen prooien die geschikt zijn voor slechts één kat. Voor zichzelf dus. Of in het geval van een moederpoes met kittens, voor haar kittens en zichzelf.
Katten die in het wild leven, zonder invloed van mensen, leven inderdaad vaak alleen. Vooral als er in een gebied weinig prooien zijn moeten katten zich over grotere afstanden verspreiden en zal ieder voor zich jagen. Er is dan weinig onderling contact.
Kolonies
Maar het beeld dat een kat ALTIJD solitair is is inmiddels bijgesteld.
Want als er genoeg voedsel is vormen wilde katten vaak een vaste groep. Dat is bijvoorbeeld zo in steden, bij boerderijen, of bij een haven (vis!). Zo’n groep katten wordt een kolonie genoemd.
De meeste van die kolonies bestaan uit poezen die familie van elkaar zijn, hun dochters, en de nog niet volwassen zoons. Zodra de katers ongeveer een half jaar oud zijn worden ze weg gejaagd, om inteelt te voorkomen.
Bij katers komt het minder vaak voor dat ze samen werken. Die zijn vooral bezig elkaar te verjagen.
Groepen
Zwerfkatten en verwilderde katten leven ook vaak in groepen. Net als bij wilde katten bestaan die groepen vooral uit dames, die samen voor elkaar kittens zorgen.
Maar uit grote studies onder boerderijkatten bleek dat ook katers (zowel gecastreerd als ongecastreerd!) in zo’n groep konden leven. Die worden familiekaters genoemd. Het zijn de vaders van kittens, die de groep beschermen en ook de kittens verzorgen.
Van oorsprong hebben katten geen gedrag hebben ontwikkeld om in een groep te kunnen leven. Ze kennen geen groepsbelang, en geen bazen of volgelingen.
Er bestaan wel dominante katers, die ook door de anderen in de groep zo worden beschouwd. Die zijn meestal ouder en groter dan de rest van de groep.
En soms kun je gedrag zien dat op dominantie lijkt. Maar die dominantie kan steeds wisselen. Dus het ene moment kan de ene kat dominant zijn, het andere moment een andere. Vooral bij poezen en gecastreerde katers is weinig sprake van dominantie.
Katten in een gekozen groep gaan elkaar vaak wassen, of wrijven tegen elkaar aan en slapen samen. Zo ontstaat er een groepsgeur. Dit gedrag maakt het mogelijk om in een groep te leven. Maar soms is iets wat op een groep katten lijkt, omdat ze bijvoorbeeld in hetzelfde huis wonen, toch geen echte groep. Stel dat die groep uit vijf katten bestaat, dan kan het zo zijn dat er er maar vier of drie zelf vinden dat ze deel uitmaken van die groep. En dat een of twee zichzelf als individu beschouwen.
Flexibel
Het idee dat katten altijd solitair zijn blijkt niet te kloppen. Maar echte groepsdieren zijn het ook niet. Het hangt van de situatie, de kat zelf en de omgeving af of een kat in een groep kan/wil leven, of juist niet.
Daarom worden ze tegenwoordig “flexibel” genoemd.
Tot zover de “theorie”.
In alle jaren dat ik aan deze binnentuin woon heb ik veel kattengevechten meegemaakt. Altijd over territorium, of om een krolse dame. Zeker ongecastreerde katers kunnen er wat van. Pop is heel wat keren naar de dierenarts geweest, met vecht- en bijtwonden van andere katten.
En ik heb ook gemerkt dat er inderdaad ook katten zijn die het liefst alleen leven.
Maar wat ik vooral heb gezien is dat katten elkaar opzoeken. Dat ze vriendschappen sluiten, of soms regelingen treffen over wie wanneer waar mogen lopen en zitten.
Dat ze elkaar tolereren. Dat er jonge katjes in de tuin komen, en dat de volwassen katten daar heel toegeeflijk voor zijn.
Pop, Beer en Mol zijn alle drie vanuit een ander huis naar ons toe gekomen. Ze kenden elkaar al uit de tuinen.
Vooral Pop en Beer, twee katers, waren dol op elkaar. Pop was nog geen jaar toen hij Beer voor het eerst zag. Beer was toen al zeker een jaar of 10. Het was liefde op het eerste gezicht.
Beer heeft geprobeerd Pop dingen te leren, zoals jagen op een prooi. Dan zagen we hem dingen voordoen door ze steeds te herhalen (pluchen muis in de lucht gooien en vangen, in de lucht gooien en vangen etc. – ondertussen naar Pop kijkend en af en toe de muis naar hem toe gooiend om te kunnen oefenen). Beer probeerde de jonge Pop dus op te voeden!
Beer woonde oorspronkelijk als enige kat in een restaurant. Maar hij ging altijd op stap naar andere tuinen, met andere katten. Met andere woorden: hij zocht doelbewust gezelschap van andere katten.
Andere katten waren ook dol op hem, hij was erg geliefd. Hij hoefde niet meer te vechten, hij was de grote jongen van de buurt. De dominante oudere en grotere kater dus, met een beetje familiekater.
Mol en de mannen
Mol kwam erbij vanuit een huis waar teveel katten woonden.
Toen er ook nog een mensenbaby bij kwam hield ze het daar voor gezien. Op een dag vertrok ze, en is letterlijk nooit meer terug gegaan. Totdat ze bij ons kwam wonen woonde ze in de tuinen.
Mol was dol op haar “broers”. Ze verdedigde Pop altijd blindelings als die weer eens ruzie had met een andere kat. Daarna kreeg hij alsnog een flinke knal van haar, want ze hield eigenlijk niet van ruzie.
Er was wel eens gekibbel, vooral tussen Mol en de mannen. Maar nooit ruzie. Ze respecteerden elkaar, en ieder was weer op een ander vlak iets dominanter dan de ander. Ze lagen heel vaak met zijn drietjes in de tuin te slapen, begroetten elkaar altijd en waren een hecht drietal.
Toen Beer geen interesse meer had in jagen, heeft hij desondanks een keer een muis gevangen. Zelf wilde hij hem niet hebben. Met zijn poot op de muis heeft hij toen hard staan roepen. Pop kwam aanrennen, zag dat Beer een muis had en nam de prooi (nog levend) van hem over.
Dus ook voor een ander jagen behoort tot de mogelijkheden!
Beer overleed als eerste, en Pop heeft nooit meer zo’n vriend gehad.
En toen Pop daarna ook nog overleed was dat een grote klap voor Mol. Ze ging zowel geestelijk als lichamelijk heel erg achteruit.
Gelukkig kwam Bolle toen in haar en ons leven.
Familiekater
Bolle was een koloniekater, en bij het stukje over familiekaters moest ik meteen aan hem denken!
Bol woonde na mishandeling buiten, in de tuinen.
Van de mensen die hem, zijn elf kinderen en de poezenmoeder te eten gaven om ze te kunnen vangen, heb ik gehoord dat hij heel lief en zorgzaam was voor zijn gezin.
Het hele gezin was bang voor mensen en woonde en woont in huisjes in de tuin, hier in de buurt.
Bolle kwam bij ons wonen toen het buitenleven hem te zwaar werd.
Zelfs na jaren kwamen twee van de kinderen van Bolle nog regelmatig bij hem op bezoek. Zijn zoon kroop dan altijd bij papa in de mand, helemaal tegen hem aan.
Toen zijn zoon een keer moest overgeven bij ons in de tuin, kwam Bolle meteen aanrennen, gaf hem neusjes en maakte zachte klaaglijke geluidjes om hem te helpen.
Hij heeft bijna een jaar voor onze oude dame Molly gezorgd. Dat deed hij uit zichzelf.
Hij deed alles voor Mol, kwam ons zelfs waarschuwen als ze was gevallen. Hij had een eindeloos geduld met haar, en niks was hem teveel. Hij liet zelfs zijn eten door haar afpakken, als Mol dacht dat zijn eten beter was.
Na haar dood heeft hij haar maandenlang nog gezocht, en gemist.
Bolle kon met de meeste katten uit de buurt prima overweg, als ze zich maar netjes gedroegen.
Bolle was dus een echte familiekater, met een scheutje dominante kater.
Onze twee eigen grote en oudere dominante katers Beer en Bol waren trouwens allebei uitermate sociaal naar andere katten, en heel zachtaardig.
Een voorbeeld voor de mensenwereld, maar dit even terzijde.
Kever heeft een paar keer andere katten in de tuin gehad, toen we de tuin nog niet helemaal hadden afgezet. Dat ging altijd prima.
Hij kent de zoon van Bolle die nog regelmatig langskomt. Die twee staan te neuzen en eten samen een snekkie.
Wie weet, in de toekomst…
Ik ben heel benieuwd naar de ervaringen van anderen met katten. Als eenling of als groep.
En naar jullie ideeën over of katten liever alleen of liever samen zijn.
Mevrouw Kever
Hallo mevrouw Kever.
Ik heb niet zoveel ervaring,maar hier kwamen Muzette en Sparkle samen,toen ze ruim 4 maanden oud waren.
Ik was het vierde adres.
Muzette was erg ziek geweest met neurologische blijvende rest verschijnselen.
Ze was altijd veel uit de hand gevoerd en was altijd eigenwijs.
Sparkle ( zusje uit hetzelfde nest)was ook ziek geweest, maar zat meer in de grote groep katten in de opvang Wat ik kon merken met eten.Ze moest delen in de opvang en zorgen dat ze haar deel kreeg.Dus altijd gefixeerd op eten gebleven.Muzette was dan wel degene met slechte ogen,maar kwam wel als eerste de mand uit om hier de boel te komen verkennen.Sparkle had snel gezien dat ze hier alleen samen met Muzette was,dus na de eerste avond was zij daarna hennetje de voorste.
Vooral nadat ze haar nieuwe eigen naam had gekregen.Zusje werd ze eerst genoemd,niks mis mee,maar ze was altijd nr 2 het zusje van….Ze had recht op haar eigen naam en door haar gedrag werd het de eerste avond Sparkle.Ze was happy niet meer in een grote groep te zijn.
Later werd ze echt wat te klierig naar Muzet,die niet met haar kon spelen omdat ze het domweg niet zag.
Toen kwam Fynn op mijn pad.
Hij wilde zelf met mij meegaan.Leven op straat vond hij niks.En weer was het Muzette die als eerste naar hem kwam kijken toen ik de tussen deur open deed,om kennis te maken.Sparkle was wat dat betreft een bangerik.!
Helaas was het in het begin geen goede match met Muzette.Zewas vreselijk anti Fynn.
Sparkle en Fynn samen ging goed.
Muzette is zover gegaan in haar protest ….tot ze voor mijn voeten ging poepen in de kamer…..Toen heb ik een stevig woordje met haar gevoerd Ze begreep mij heel goed en heeft het nooit meer gedaan,maar Fynn kon nooit veel goeds doen.Ze tolereerde hem.Soms mocht hij haar oortje wassen,maar 1 X een speels pootje op haar en de arme jongen had het volledig verbruid voor de komende tijd Deed Sparkle hetzelfde dan lagen ze na een uurtje elkaar weer af te likken.
Fynn was een zegen voor Sparkle en mij Hij leerde Sparkle spelen en andere ongeschreven katten dingen.,en mij ook.Ik wist eindelijk hoe een gezonde kat zich gedroeg.Hij was echt sociaal en super lief naar iedereen, alleen Muzet bleef gereserveerd.
Tot hij ziek werd.Toen ging ze zorgzaam naar hem toe Likte zelfs zijn kop.
Ik wist via haar dat Fynn zieker was dan gedacht en zelfs dat hij niet veel tijd meer had.Muzette is altijd telepathisch heel duidelijk.
Zij is ook de poes die afscheid van hem kwam nemen toen hij overleden was.Sparkle niet.Die snapte het niet.
Toen Sparkle ook zieker was dan de dierenarts dacht,was het weer Muzette die het tegendeel tegen mij zei Weer was ze zorgzamer dan ooit naar haar zus toe.
Ze heeft ook afscheid van Sparkle genomen,toen die overleden was.
Nu ruim 1 ,5 jaar later is ze eraan gewend dat ze alleen is,en dat bevalt haar wel.Maar Sparkle zou ze graag terug willen.Een andere kat hoeft voor haar niet.
En op haar leeftijd (ruim 15)met haar handicaps en haar gedrag in mijn achterhoofd toen Fynn kwam,komt er geen andere kat bij.Dat wil ik een andere kat en ook mijzelf eerlijk gezegd niet aandoen.
Ik hoop mijn eigenwijze maar ook voor mij super lieve knuffel,Muzette nog een hele poos te mogen hebben.
Groetjes van Mia en Muzette
Lieve Mia,
Dank je wel voor je mooie reactie!
Wat bijzonder toch, om te lezen hoe katten met elkaar omgaan. En hoe twee zusjes uit hetzelfde nestje zich totaal verschillend kunnen ontwikkelen, door de omstandigheden.
Zoals jij Muzette en haar houding ten opzichte van Fynn beschrijft, zo was Mol ongeveer ten opzichte van Pop en Beer. In het begin dan. Dat heeft wel een jaar geduurd, denk ik. Ze heeft in het begin dat ze hier woonde flink wat tikken uitgedeeld aan Pop, omdat die iets deed wat haar niet zinde. Maar o wee als Pop iets terugdeed! Ze deed ook nooit mee aan spelletjes die de mannen deden, dat vond ze allemaal veel te druk.
En toch was ze heel zorgzaam en lief naar haar “broers”. En later naar Bolle. Maar op een beetje bazige manier.
Wie weet, misschien bestaan ook wel dominante poezen! Dat zou mij nou niks verbazen… dan zouden Mol en Muzette daar een voorbeeld van zijn!
Alle dames die hier in de tuinen liepen waren behoorlijk stoer en bazig, en gaven regelmatig flinke tikken aan katers. Ook aan katers waar bijna iedereen bang voor was! Dat deed Mol ook bij een katertje dat Pop elke keer aanviel. Ze heeft hem op een dag een aantal keren weggejaagd en een schuur ingejaagd. Zij en een andere poes waren de enigen die dat konden! Beer leefde toen al niet meer, want die had dat wel gedaan.
Wat mooi dat Muzette afscheid nam van zowel Fynn als Sparkle. En dat ze liet zien dat er iets ernstigs aan de hand was. Dat zagen wij hier ook toen Beer ziek werd, en later toen Pop ziek werd. De ander(en) gingen snuffelen aan degene die ziek was, op een manier die ik nooit eerder had gezien. En degene die ziek was wilde dat niet. Daardoor wisten wij ook dat het mis was. Net als jij dat merkte.
Wat zal Muzette Sparkle missen na een heel leven samen. Juist omdat ze zo verschillend waren en elkaar daardoor zo goed aanvulden. En waarschijnlijk mist ze Fynn stiekem toch ook.
Dat katten sociaal kunnen zijn wil niet zeggen dat ze iedereen leuk vinden. Dat luistert heel nauw, net als bij mensen eigenlijk.
Voor Muzette was Sparkle haar grote vriendin, net als Beer en Pop dat hadden, of Mol en Bol. Zoiets is uniek.
Ik hoop ook van harte dat jij en Muzette nog heel lang samen blijven, met altijd de herinnering aan Sparkle en Fynn.
Heel veel zachte knuffels voor Muzette, en liefs voor jou,
Mevrouw Kever.
Ik denk dat als Muzette gewoon goed had kunnen zien,en al haar poten goed waren geweest,zij dominant zou zijn geweest.Eigenwijs is ze altijd geweest en dat zal ertoe bijgedragen hebben dat ze haar ziektes als kitten overwon.
.De dames hebben van Fynn geleerd hoe ze honden onder de poot konden krijgen.Zij was de logeer hondjes dan ook wel de baas op haar manier.Ging rustig op een honden plek liggen,en trok zich niets aan van de hondjes.Wel ging ze naast een hond liggen als de hond ziek was of oud en het waarschijnlijk hun laatste logeer partij was.
Ze was duidelijk dan in gesprek met ze.
Ze is mijn match made in heaven.Ik zag haar en wist direct dat zij bij mij hoorde.Oke een heel stuk rijden naar Groningen,maar ben intens gelukkig met haar en de andere 2 sterren,die vaak aanwezig zijn in huis.
Mooi om te lezen hoe het ging tussen jou katten!
Mia
Muzette is duidelijk een heel sterke dame, met een duidelijke mening.
Ze klinkt soms zó als Mol, die had dat ook. Geweldig.
Ik denk dat poezen in de natuur ook heel sterk moeten zijn. Voor zichzelf en voor hun kittens.
En Muzette heeft van kleins af aan sterk moeten zijn, met haar ziektes.
Wat prachtig dat ze andere dieren zo goed aanvoelt, vooral als ze ziek of ouder zijn. En dat ze dan zo ontzettend lief is.
Ja, een kat kan echt je zielenmaatje zijn. Liefde op het eerste gezicht, verwante zielen, dat kan ook zeker tussen mens en kat. En waarom dat zo is kun je niet uitleggen, ook al weet je dat het zo is.
Bol is hier gelukkig ook nog regelmatig. En bij de grafjes in de tuin staat elke avond een lichtje. Want ze blijven altijd bij ons horen, en ze worden nog elke dag en nacht gemist. Net als Fynn en Sparkle.
Dank je wel voor je mooie verhalen over je drietal, en over Muzette nu!
Geef je haar een knuffel van me, die mooie stoere dame?
Liefs,
Mevrouw Kever.
En Muzette hoeft ook niet toe te geven dat ze Fynn mist! Een dame heeft haar trots, tenslotte!
Ps.Ja stiekem zal ze Fynn missen,maar no way dat ze dat gaat vertellen
Lieve mevrouw Kever, wat boeiend om te lezen hoe katten hun leven kunnen leven in groepsverband of solitair en zelfs individueel in groepsverband. Hoe de katten in jullie leven je daar een inkijkje in hebben gegeven.
Door het leven op een appartement is het kattenleven wat overzichtelijker dan in een huis met tuin, denk ik. Waar poezels te maken krijgen met al dan niet gewenste buur-katten of -poesedames.
Siepje, de kater die als eerste mijn hart veroverde, heeft een paar jaar met mij in huis met een tuintje gewoond. Hij werd vriendjes met de buurkater en samen probeerden ze duiven te vangen op straat. Iets wat hen geen van beiden in hun uppie lukte. Ik vond het een bijzondere samenwerking.
De andere poezels hier zijn als duo gekomen: Nouky en Felix, Snoet en Muppet. Beide duo’s waren onderling op elkaar gesteld: samen ergens in huis liggen, de één de ander ‘’helpen’’ met eten en ieder ook op gezette tijden op zichzelf.
Nadat Snoet een ster werd, hebben we lang geaarzeld of het voor Muppet goed zou zijn om haar huis te delen met een andere soortgenoot. Na anderhalf jaar kwam Minoes op mijn pad.
Muppy heeft haar geaccepteerd, getolereerd is denk ik passender beschrijving. Minoes wilde dolgraag vriendjes zijn en deelde likjes uit maar ook kleine bijtjes. Van dat laatste was Mup niet gecharmeerd en de likje mocht Minoes vanaf dat moment ook houden van haar. Geen interesse, geen vriendschap. We delen het huis en that’s it.
Verdrietig genoeg werd Minoes een ster. Het verdriet zit daarover in mij. Muppet daarentegen gaf de avond van Minoes haar heengaan haar bekende elke avond meow concert, maar dit keer zo luid en zo langdurig dat ik het de titel meegaf: ‘’zie zo het huis is weer van mij’’.
Muppet gedijt het beste alleen. Misschien door haar achtergrond: geboren in huis met 40 katten, geen sociaal menselijk contact en maar zien je staande te houden in een grote kattengroep. Snoet was haar beschermer.
Ik denk dat het alleen of samen zijn van katten afhangt van het karakter van het diertje, mogelijk zelfs ook ras? Maar ook de levensomstandigheden spelen hierin een rol. Kortom: dit benoemde je ook al in je inleiding.
Met liefs, maria
Lieve Maria,
Dank je wel voor je lieve reactie!
En wat herkenbaar dat katten echt iemand uit kunnen kiezen om vriendjes mee te worden. Het is niet zo dat je zomaar katten bij elkaar kunt zetten, dat hebben wij helaas ook een paar keer meegemaakt. Zelfs als je denkt dat het vast goed gaat blijkt dat niet altijd zo te zijn. Terwijl de vreemdste combinaties dan juist weer wel werken.
Ik denk ook zeker dat het per kat verschilt of ze samen willen leven, of niet. De broer van Pop, die hier iets verderop woonde, leefde helemaal op toen hij alleen was (dus zonder Pop). En is dus ook in zijn verdere leven alleen gebleven. Terwijl Pop echt een kattenkat was, met wel heel duidelijke voor- en afkeuren. Dus zelfs katten uit hetzelfde nestje, met dezelfde achtergrond, kunnen verschillen in of ze met andere katten willen leven!
En het schijnt inderdaad zo te zijn dat oosterse rassen heel graag samen zijn met andere katten, en eigenlijk niet alleen kunnen wonen.
Wat lief dat Siepje samenwerkte met een buurkater. Zo werd hier ook wel op duiven gejaagd. Helaas… want met meer succes.
Volgens mij kennen katten echt vriendschappen en liefdes. Zoals Snoet en Muppet, en Nouky en Felix. Maar ook kennissen, waarmee je de tuin of het huis deelt maar verder niks. Zoals Muppet en Minoes.
Hoe jammer dat ook is. Maar dan denk ik nog dat tolereren te verkiezen is boven continue gevechten, onzindelijkheid of het wegkwijnen van één van de katten. Die verhalen heb ik ook wel gehoord van mensen die allebei al een kat hadden en gingen samenwonen. Dat lijkt me echt vreselijk, dan is op een gegeven moment de enige oplossing dat één van de twee katten ergens anders gaat wonen.
De relaties tussen katten onderling zijn eigenlijk net zo complex als die bij mensen…
Een voorzichtige aai voor Muppet, en liefs voor jou!
Mevrouw Kever.
Lieve mevrouw Kever,
wat een prachtig en interessant verhaal weer. En wat mooi om te lezen hoe jullie katten zich door de tijd heen hebben doen gelden.
Hier komen Floris en Loes uit verschillende asiels. Aanvankelijk woonde Floris hier met Bart, twee katers die geen vrienden waren maar ook geen vijanden. Floris was en is altijd vrij dominant geweest met hele sociale trekken. Bart was meer solitair en gaandeweg steeds meer op mij gericht. Toen Loes kwam klikte het meteen met Floris, hij werd meer sociaal als dat ik ooit voor mogelijk had gehouden. Loes klikte beter met Floris, Bart is altijd meer solitair gebleven. Ik denk dat hij het ook prima had gevonden als hij hier alleen had gewoond. Floris vond zijn maatje for ever in Loes. Ik denk dat Loes dat iets minder sterk ervaart maar ze zoeken elkaar echt op. Slapen vaak samen maar Loes neemt ook echt wel tijd voor zichzelf.
Toen Bart overleed waren Floris en Loes erg aangeslagen maar leken zich toen ook vooral op mij te richten, maar wel vaak als duo.
Zusje kwam hier als kitten en zij heeft nooit echt aansluiting gevonden bij Floris en Loes. Maar ze reageren wel op elkaar als er iets is en met enige regelmaat liggen ze gedrieën op schoot. Maar Zusje is ook weer veel meer op mij gericht.
Wel is duidelijk Floris is de baas. In de rangorde staat hij bovenaan en als het puntje bij het paaltje komt bepaald hij. Ook al is hij met enige regelmaat “de weg kwijt” instictief is het zo geregeld. In dat opzicht is Loes weer het meest solitair want zij trekt zich weinig aan van Floris zijn dominantie. Zij is echt wel haar eigen baas, een zelfstandige dame die wel zorgt dat het met Floris allemaal binnen de perken blijft.
Ik zie hier dus bij alle drie zowel sociale als ook solitaire trekjes.
Uiteindelijk zijn we hier een soort van kwartet met ruimte voor ieder individu an sich. We zijn wellicht alle vier wel solitair maar samen een hele fantastische match…
Liefs mevrouw Loes
Lieve mevrouw Loes,
Heel veel dank voor je reactie!
Leuk om te lezen hoe katten het regelen als ze iemand in huis krijgen waar ze óf dol op zijn, óf zich niet veel van aantrekken.
Ik denk dat het redelijk vaak voorkomt dat katten ergens samenwonen maar elkaar vooral tolereren, of gewoon hun eigen gang gaan. Zonder verdere ruzies of conflicten, maar ook zonder elkaar veel op te zoeken. Zoals met Bart en Floris. En nu een beetje met Zusje.
Ik vind het mooi dat katten echt trouw aan hun vriendschap of liefde blijven, ook als een van de twee ouder wordt, of ziek. En dat ze dan echt voor elkaar kunnen zorgen.
Zoals nu met Loes en Floris, dat Loes mantelpoes is. En dat Floris dat accepteert!
Hier was dat zo met Pop en Beer. Pop was een beetje “speciaal”, en dat heeft Beer altijd geaccepteerd. En toen Beer ouder werd en niet meer zo goed kon stoeien werd het stoeien afgebouwd tot een kort partijtje. Mol en Bol waren ook prachtig samen. Bol accepteerde alles van Mol. Zo’n liefde heeft hij daarna nooit meer gehad.
Ik geloof echt dat dat soort liefdes of vriendschappen heel speciaal zijn. En uniek. Net als vriendschappen en liefde bij mensen.
In de tuinen heb ik trouwens vaker gezien dat poezen zich weinig aantrekken van dominante katers, en die ook nog wel eens tot de orde willen roepen. Zelfs hele agressieve ongecastreerde katers kregen wel eens klappen van poezen! En die katers gaven wel een tik terug, maar meer niet. Terwijl het met een andere kater meteen op knokken was uitgelopen! En de poezen waren bijna nooit echt bang voor de ongecastreerde katers.
Zoals ik in mijn antwoord op de reactie van Mia al schreef: het zou mij echt helemaal niet verbazen als er ook dominante poezen zijn…!
Geniet van jullie fantastische match, en liefs!
Mevrouw Kever.
Lieve mevrouw Kever,
Onze Panda en Belle zijn echt 8 poten op 1 buik.
Panda heeft Belle vanaf kleins af aan opgevoed. Dat was heel mooi om te zien.
Hij bracht haar een muis, zette hem voor haar neer en bleef erbij. Hij haalde Belle zelfs uit de hoge den, leerde haar over het dak lopen etc etc. En nu nog steeds altijd samen.
Panda die buiten ruzie heeft met een vreemde kat en Moby die hem te hulp schiet en de kat een mep verkoopt.
Tica is vrienden met allemaal en iedereen mag bij haar komen liggen.
En toen Twinkeltje overleed was zij degene die haar constant zocht en op het plekje van haar ging liggen.
Izzy heeft ook echt gerouwd toen. Zo erg dat ik bijna met haar naar de dokter wilde.
Maar verder is Izzy op zich zelf, ze wil wel eens bij Tica gaan liggen maar dat is dan ook alles.
Dopey is een beetje te enthousiast voor de dames, zij gaan hem ook uit de weg.
Met Panda en Moby kan hij het goed vinden. Als beide naar binnen komen worden ze altijd begroet door hem met kopjes. En met Moby speelt hij het liefst.
Dikke knuffel van ons allemaal
????????????????????????????????????
Lieve Ceciel,
Dank je wel voor je reactie, zo leuk om te lezen!
Wat vreselijk lief van Panda en Belle. Ook een opvoedende kater, dus.
Ik heb dat ook meerdere keren gezien in de tuinen, dat katers wildvreemde jonge katten/kittens dingen gingen leren. En kittens mochten altijd véél meer dan volwassen katten, wat “klieren” betreft. In al die jaren heb ik nog NOOIT gezien dat jonge katten of kittens werden aangevallen.
En wat geweldig dat Moby zijn “broer” komt verdedigen! Dat deed Mol hier dus ook, gewoon blindelings. Als Pop met iemand aan het vechten was kreeg de andere kat per definitie de schuld van Mol…
Tica klinkt als een ontzettende schat. Iedereen trouwens hoor, maar een kat die het met iedereen kan vinden is heel goed om in een groep te hebben.
Dat rouwen dat Izzy deed heb ik hier ook een aantal keren gezien. Arme Izzy. Het is heel moeilijk om te zien, je zou alles wel willen doen om ze te troosten. Toen Beer overleed was zelfs een buurkater wekenlang van slag, en ging hem overal zoeken. Ook als katten verhuisden merkte je dat de anderen van slag waren. Alhoewel ik denk dat ze wel begrepen dat diegene dan niet dood was.
Dat enthousiasme van Dopey, dat hebben meer katers denk ik. Mol wilde hier bijvoorbeeld absoluut niet meedoen als de mannen stoeiden, nadat ze een paar keer omver was gelopen???? Terwijl buurtkaters met elkaar renden en stoeiden. Maar altijd zonder dames!
Het lijkt me heerlijk om zes katten te hebben die goed met elkaar overweg kunnen. Dan heb je geen televisie meer nodig!
Een knuffel voor Moby, Panda en Tica, Izzy, Dopey, Belle en natuurlijk Pippi en Dotje, en liefs voor jou!
Mevrouw Kever.
Hoi mevrouw van Kever,
Wat een mooi en leerzaam verhaal heeft u geplaatst.
Ik heb Ollie gevraagd hoe hij denkt dat hij is met andere katten want hij heeft in een asiel gewoond in Spanje.
Nou hij weet het niet meer zo te herinneren , maar hij is wel heel blij dat hij bij ons is.
Hij geeft ons veel liefde en wij hem.
Regelmatig kruiit hij bij ons onder het dekbed en ook kusjes en kopjes.
Knuffels voor Kever namens vrouwke en kopje van Ollie
Lieve Sabine,
Dank je wel voor je reactie!
Wie weet wat Ollie allemaal heeft meegemaakt in Spanje. Zwerven is voor geen enkele kat makkelijk, het is een heel zwaar leven. Vooral voor kittens.
En hoe goed asiels ook zijn, het fijnste voor katten is toch een eigen huis en eigen mens(en).
In het asiel merken de mensen die er werken ook snel genoeg of een kat graag met andere katten is, of liever alleen is. Sommige katten kunnen absoluut niet tegen andere katten, en er zijn ook katten die gepest worden.
Kever zat in een kamer voor extreem angstige katten, samen met een klein dametje dat niet wilde eten als er niemand naast haar zat. Arm beestje! We wilden haar eigenlijk ook meenemen, maar dat werd ons afgeraden. Omdat ze dan misschien met zijn tweetjes onder het bed zouden blijven liggen, en elkaar bang zouden houden.
Ik weet niet of dat zo werkt, maar gelukkig was het poesje een paar dagen later ook geplaatst!
Wat heerlijk dat Ollie het bij jullie zo naar zijn zin heeft, en dat ook laat merken. Kusjes en kopjes zijn geweldig om te krijgen!
Een knuffel en een kopje voor Ollie, en lieve groetjes voor jou,
Mevrouw Kever/Cisca.
Hallo mevrouw Kever, Sam is absoluut solitair i.t.t alle andere katten waar ik mee samen heb gewoond. Ze kan niets met andere poezen. Blaast en grauwt naar de poezen in de tuin.
Toen Krisje overleed was mijn andere poes Jan zo van slag als ik nog nooit gezien had. At niet meer, ontzettend verdrietig en binnen een paar weken overleed hij aan een hersenbloeding.
Als kind heb ik meegemaakt dat één van de katten die we toen hadden, Wesseltje, die ontzettend aan mijn moeder hing op een dag wegliep en na 3 dagen thuiskwam met een poesje en twee kittens en daar ook voor zorgde. Mauwen om eten voor ze.
Later zijn adressen voor ze gezocht.
Poezen die echt gek op elkaar waren en heel zorgzaam naar elkaar of onverschillig ken ik ook maar zoals Sam doet, zo vijandig is nieuw. Tegen mij is ze aller liefst.
Groet, Kim
P S. Was een heel leuk stuk!
Lieve Kim,
Dank je wel voor je mooie reactie!
Ik vind het elke keer weer bijzonder hoe totaal verschillend katten kunnen zijn.
Sam is duidelijk een poes die weet wat ze wil, en vooral wat ze niet wil 😉
Er heeft een tijdje een katertje naast ons gewoond dat veel te vroeg bij zijn moeder is weggehaald. En dus niet goed met zijn broertjes en zusjes om had leren gaan. Hij reageerde ook zo. Viel letterlijk alle katten uit de buurt aan, gewoon zonder enige reden. Als andere katten (vooral Pop moest het ontgelden) lagen te slapen sloop hij erop af en begon te bijten en te krabben. Dat is de enige keer dat ik dat gedrag heb gezien. De andere katten hadden allemaal wel hun voor-en afkeuren, maar niet zo extreem. Dit katertje reageerde ook niet op de signalen die andere katten gaven, zoals wegkijken of knipperen met hun ogen en dergelijke.
Misschien is Sam ook te vroeg uit het nest gehaald?
Wat een ontzettend verdrietig verhaal van Jan en Krisje. Ja, katten kunnen heel erg rouwen. En ook langdurig. Mol is nooit meer de oude geworden nadat Pop en Beer zijn overleden. En Bolle heeft zijn Molletje maandenlang gezocht. Ook al heeft hij haar lijfje gezien. Hij kwijnde in het begin echt weg.
En wat een zorgzame kat was Wesseltje, echt een redder in de nood!
Sam wil duidelijk enig kat blijven, dat lijkt me duidelijk 😉
Een knuffel voor Sam, beterschap voor jou en lieve groetjes!
Mevrouw Kever.
Dag mevrouw Kever,
Hier mijn ervaring met mijn katten. Ik zal niet over al mijn katten die ik heb gehad vertellen, want dan wordt het verhaal zo lang. Ik heb zowel asielkatten als perzische katten gehad en mijn ervaring is dat perzische katten altijd heel goed met elkaar kunnen opschieten. Ze hebben een lief, zachtaardig en sociaal karakter. Ik had ze bijna altijd al vanaf hun kittentijd, Maar mijn asielkatten waren altijd wel de meest dankbare katten die ik had.
Mijn allereerst perzische poes was Floortje. Ze kon goed met mijn toen aanwezige asielkatten opschieten. Later kwamen er nog wat perzen bij, o.a. Lisette. Lisette en Floortje werden dikke vriendinnen. Toen Floortje overleed op 16-jarige leeftijd, werd Lisette depressief. Ik had op dat moment drie katers en de enige poes was Lisette. Lisette wilde niet meer beneden komen en bleef maar op mijn bed liggen, terwijl de drie katers opeens de hele dag elkaar gingen uitdagen, iets wat nog nooit eerder was gebeurd. Kortom, het hele evenwicht tussen de katten leek verstoord. Op advies van de dierenarts was ik van plan om een vrouwtje erbij te nemen. Na lang zoeken vond ik de juiste poes bij een cattery in Lemmer. Dat was Cindel en ze was een jaar oud. Haar eigenaresse wilde niet met Cindel gaan fokken, omdat ze zo klein van stuk was en daarom verbleef Cindel in een grote ruimte , samen met andere poezen en een kater die niet goed begreep hoe hij kleintjes moest verwekken. Ik wilde dus een afspraak maken om Cindel eens op te zoeken, maar toen kreeg ik een telefoontje met het nieuws dat Cindel toch onverwachts zwanger van die kater was geworden en dat het nog een poos zou duren tot ik Cindel zou kunnen ophalen.
Omdat ik dat te lang vond, heb ik een ander poesje voor Lisette gezocht en dat werd Jillie uit Spijkenisse. Lisette en Jillie konden het heel goed met elkaar vinden en ook de katers vonden een nieuw kitten interessant.
Toen Cindel bevallen was van Fenneke ben ik naar haar gaan kijken . En omdat Cindel zo dol op Fenneke was (nog steeds trouwens), heb ik maar besloten om ze allebei te nemen. Zo had ik opeens 7 poezen in huis, allemaal perzen. Wel heel gezellig.
Een paar jaar geleden heb ik dus Ivar uit het asiel gehaald. Ivar is geen pers en heeft toch een ander karakter. Ivar heeft zich keurig aangepast. Het is een schat en toch ook lekker druk en heel erg aanhankelijk naar mij toe. Hij kan heel goed met Jillie en Fenneke opschieten. Cindel vindt hem maar zozo en het heeft een poos geduurd eer ze hem accepteerde. In het begin blies ze naar hem en ze geeft hem zo af en toe nog wel eens een flinke tik. Maar vaak liggen ze kont aan kont in de vensterbank te slapen. Cindel is wel jaloers, want ze wil vaak uit zijn bakje mee eten. Ivar vindt dat prima, maar hij kan het niet laten om Cindel af en toe flink te laten schrikken. Hij rent soms achter haar aan, of soms expres rakelings lang haar heen. Maar even later liggen ze weer samen op de bank te slapen. Ach ja, het zijn soms net kleine kinderen.
Nu is het toch nog een lang verhaal geworden.
Groetjes, Marjoke en het viertal.
Lieve Marjoke en viertal,
Dank je wel voor je reactie, en wat leuk om te lezen hoe jouw katten met elkaar gaan en gingen.
Ja, het is toch ook afhankelijk van ras, of een kat sociaal is.
Perzen en oosterse katten schijnen eigenlijk niet alleen te willen leven. Maar dat wil ook zeker niet zeggen dat ze met elke andere kat op kunnen schieten.
Herkenbaar wat je schrijft, dat bij het overlijden van een kat ook het evenwicht in een groep verstoord kan zijn. En arme Lisette, dat ze zo ontzettend verdrietig was. Ze heeft Floortje vast al gezien nu, over de Brug.
Hier in de binnentuinen kon ook van alles veranderen doordat er een kat bijkwam of juist verhuisde. En toen Beer overleed kwamen er meer gevechten. En andere katers gingen Pop ineens uitdagen. Die daar helaas nog al eens op inging, en dan vaak verloor. Blijkbaar viel Pop onder de hoede van Beer, en was dat ineens weg gevallen.
Wat grappig om te lezen dat Cindel en Ivar elkaar een beetje zitten te pesten. Dat deden Pop en Mol hier ook. Nooit gemeen, maar een beetje klieren. En toch hebben we Pop ook het oogje van Mol zien wassen, toen dat ontstoken was. En Mol heeft haar kleine vervelende “broertje” vreselijk gemist.
Het lijkt soms wel alsof poezen op een andere manier met andere katten omgaan dan katers dat doen. Dat lees ik eigenlijk ook in alle reacties. Katers zijn toch vaak wat drukker en spelen ruwer, lijkt wel. Ook al is dat niet wetenschappelijk bewezen 😉
En toch zijn poezen juist ook weer heel stoer, en roepen katers tot de orde.
Ik heb ooit ergens gelezen dat katten geen jaloezie zouden kennen. Nou, volgens mij kennen ze dat wel degelijk. Dat schrijf jij ook over Cindel. En Pop hier wilde niet dat Molly bij mij op schoot zat. Dan gaf hij haar een tik. Terwijk hij zelf niet eens op schoot wilde! Als dat geen jaloezie is, dan weet ik het niet meer.
De relaties tussen katten zijn volgens mij heel complex, en elke kat is uniek. Het zijn geweldige dieren!
Een knuffel voor Cindel en Fenneke, Jillie en Ivar, en liefs voor jezelf,
Mevrouw Kever.
Roos woont alleen bij mij, geen idee of ze een maatje leuk zou vinden. De paar keer dat ze in een kattenhotel heeft gelogeerd, ging het met de andere katten wel heel goed.
Mn vorige 2 katten, Snork en Doezel, kwamen tegelijkertijd uit het asiel, maar waren daar niet samen gekomen.
Ik wilde altijd dat ze ying yang zouden liggen, wat uiteraard niet gebeurde, maar ze lagen wel vaak vlak bij elkaar. Toen Snork ging hemelen, heb ik niet gemerkt dat Doezel hem of samenzijn miste en daarom heb ik nooit een huisgenootje erbij genomen.