Categorie archieven: Loesje

Loesje vertelt: als me vrouw gaat werken

loesje vertelt
De tas van me vrouw als ze gaat werken

Soms vragen mensen mij hoe het er bij me thuis aan toe gaat. Ik woon met een vrouw en met Floris en Zusje.

Ik moest er over nadenken want soms is me leven ook vanzelfsprekend. Dat ik er niet meer bij stil sta, dat ik gewend ben. Dan is me leven gewoon, dat is het fijnst.

Zalm kan ook

Toen ik hier kwam wonen moest ik alles nog leren. Over de regels in huis en ik moest me plaats weten. Floris is de baas, dat voelde ik meteen. Me vrouw denkt dat ze de baas is, maar dat is anders. Ze is heel lief voor ons en ze geeft ons lekker eten. Van me eigen houd ik van tonijn, dat heb ik wel gezegd toen ik hier kwam wonen. Zalm kan ook nog wel. Me vrouw snapt dat.

In de war

Ik was een paar dagen hier, toen op een avond gebeurde het. We kregen een lekkere snack en ik liep de trap op naar boven. Oooh me vrouw riep me terug, ik snapte het niet. Ze had een grote tas op haar rug en ze zei dat ze ging werken? Ik wist niet wat dat was, werken? Ging ze eten maken? Tonijn vangen? Ze gaf ons een knuffel en ze zei dat ze heel veel van ons hield. Toen deed ze de voordeur open en weer dicht. Ik zag haar niet meer. Ik moest hard en veel miaaauwen. Ik was in de war.

Loesje vertelt
Ik moest heel hard en veel miaauwen

De hele nacht heb ik bij de voordeur gelegen, ik voelde zoveel emozies, waarom ging ze weg? Ik snapte het niet, ik voelde pijn in me hartje. Zou ze nog terugkomen? Zou ze ons verlaten hebben? Ik voelde bang en ik kon niet eten. Alles was al op, ik had geschrokt en ik hoefde toch niet te spugen. Ik was gespannen en ook onzeker. Ik kende het niet dat me vrouw als het donker is weg gaat. Me vrouw kwam gelukkig wel weer thuis. Het was al licht. We kregen knuffels en eten en toen ging me vrouw slapen. Ik snapte het niet maar ik ben toch bij haar gaan liggen. Ik woonde toen met Floris en Bart, zij vonden het gewoon. Ik voelde emo en ik was me weg kwijt.

In de nacht

Me vrouw vertelde me later dat ze meestal in de nacht werkt. Bij mensen die het leven moeilijk vinden en hulp nodig hebben. Ze vertelde ook dat ze anders geen eten voor ons kan kopen. Ooooh maar ik kan niet zonder tonijn van me eigen. Maar ik moest toch wennen. Dat ik in twee werelden leef maar het is toch één leven. Het is me eigen leven.

Kompjuutertijd

Nu ben ik gewend en ik doe mezelf ontplooien. Ik heb veel geleerd. Ik zorg ook voor me broer en soms voor me zusje, maar die is heel druk. Ik heb nu ook meer kompjuutertijd gekregen. Oooh soms ga ik s’nachts schrijven, dan ben ik net als me vrouw. Dan ben ik een werkende poes.
Maar het fijnst is toch gewoon. Als me vrouw thuis is en we kunnen knuffelen. Dat ik haar hoor zingen en dat ik weet, het is goed. In de kast staat tonijn, ik ben veilig en ze houdt van mij.

Liefs van Loesje

Loesje vertelt: over familie en een nieuw zusje

nieuwe kat in huis
Ik moest wennen aan Zusje

Als poes heb ik al best veel meegemaakt, ook met mijn vrouw. Dat ze heel veel moeilijke gevoelens had toen mijn broer Bart een sterretje was geworden. Daar moest ik wel aan wennen, ik was ineens alleen met Floris.

Voor me eigen vond ik dat best, ik houd van rust.

Onheimies

Op een dag vroeg mijn vrouw ons of we misschien een zusje wilden. Ik wist niet wat ze bedoelde, zou het eten zijn? Ik kreeg veel honger en heb me eigen tegoed gedaan aan tonijn en soms ook zalm. Maar in mijn poezebuikje voelde ik dat er wat ging gebeuren. Ik voelde me onzeker, ik voelde onheimies. Wat zou een zusje zijn en zou ik nog wel te eten krijgen?

Wennen

Toen kwam de dag dat mijn vrouw thuiskwam met het bekende mandje en er zat iets in. Ze deed het deurtje open en ooooh, ik schrok. Een klein poezemeisje en ze leek een beetje op mij. Ik voelde mijn haartjes rechtop gaan staan, ik wilde het niet maar het gebeurde. Mijn vrouw zei dat het mijn zusje was, maar ik kende haar niet. Ik wist niet dat ik een zusje had van me eigen?

Oooh wat nu, ik vond er niks aan. Mijn vrouw streelde mij en ze gaf me snoepjes, het kleine zusje kreeg ook iets maar dat was gelukkig minder. Ze ging de huiskamer verkennen en ik voelde me eigen in sjok. Mijn vrouw bleef me wel strelen en ze zei dat mijn zusje Zusje heette. Ik vond haar wild en ik wist het niet meer. Van me eigen ben ik anders, mijn vrouw zei dat dat juist goed is. Ik moest wennen.

Regels

Zusje was een kitten zei mijn vrouw, ik wist niets van kittens. Ik moest goed op haar passen en haar ook dingen leren. En ik wilde ook aandacht van mijn vrouw voor me eigen. Floris vond het wel gezellig meteen, hij is anders. Ik moest wennen, ik zeg het eerlijk. Het was ineens een stuk drukker in huis en er kwamen ook mensen om naar mijn nieuwe zusje te kijken. Ik kreeg dan gelukkig veel lekkers dus ik kon wel mijn gewone maatje meer blijven. Ik moest Zusje leren dat ik me eigen plekjes heb waar ik graag lig. Ook dat ik graag me eigen eten opeet. En nog best heel veel meer want als je in een multikathuishouden leeft zijn er ook regels.

Soms moest ik ook blazen, om dingen duidelijk te maken. En dat Zusje ook haar eigen plaats moet kennen. Maar op een gegeven moment heb ik me eigen er niet meer zoveel mee bemoeit want toen was Zusje al wat groter. Ze moest naar de dierendokter voor een grote snee in haar buik, dat ze geen kittens meer kan krijgen. Toen had ze veel narekoos gehad en was het wel een paar dagen rustig in huis. Ik heb toen ook wel voor haar gezorgd.

 

Floris en ik hebben ook voor Zusje gezorgd

Anders

Nu voelt het alsof Zusje er altijd geweest is. Het is anders met Zusje dan met Floris, maar ik ken Floris al mijn hele leven hier. Ik zeg het eerlijk, ik ben nog steeds het liefst op me eigen. Een zusje is best leuk maar ook heel druk en ik ben rustig en bescheiden. In ben het liefst zen. Mijn vrouw kent me gelukkig goed en ik mag ook me eigen zijn.

Met Zusje slaap ik nooit in de mand, maar wel samen op de bank en op schoot bij mijn vrouw. En we houden allebei heel erg veel van eten, maar ik doe ook nog emo eten van me eigen. Zusje houdt gelukkig niet van tonijn, dat is wel een geruststelling. Ik ben ouder zegt mijn vrouw en ik ben me eigen aan het ontplooien.

Ik heb veel geleerd van een nieuw zusje in huis, ik moest voor me eigen leren opkomen. Met een poes is het weer anders dan met een katerman in huis. Een zusje is geen broer. Dat moest ik allemaal leren.

Liefs van Loesje

Loesje vertelt: over die andere broer en over verdriet

Loesje vertelt
Hier lig ik met Bart

Dit is een verhaal wat ik van me eigen toch wil vertellen. Ik heb met mijn vrouw gesproken want voor haar is het heel moeilijk. Het gaat over Bart, hij is de andere kater die hier woonde.

Twee broers

Hij was zeg maar mijn andere broer en ik heb hem nog zes jaar gekend. Hoe lang dat precies is weet ik niet, maar wel een hele tijd. Toen ik hier kwam had ik dus twee broers voor me eigen, Floris en Bart. Dat is best veel, twee broers, maar ik was toch ook nog steeds graag op me eigen.

Bart was een rustige kater, hij deed heel anders dan Floris. Hij bleef altijd in de buurt van mijn vrouw, maar soms wilde ik ook bij mijn vrouw zijn of op haar schoot liggen. En ik was de enige poes in huis dus dan mag dat best.

Zielemannetje

Mijn vrouw noemde Bart haar zielemannetje, dat is dat je zonder woorden of miaauwen weet wat de ander bedoelt. Nu ik verkering heb met Bert weet ik wat ze daarmee bedoelde. Toen snapte ik het niet want ik kreeg nooit zomaar tonijn als ik haar aankeek. Nog steeds moet ik best vaak hard miaauwen en dan krijg ik geeneens tonijn maar zalm.

Ziek

Bart kreeg altijd extra eten want hij was een maatje minder. En hij was vaak ziek, dan lustte hij niets. Ik mocht zijn bord dan niet voor hem leegeten, dat vond ik best moeilijk. Mijn vrouw deed altijd extra voor hem zorgen en ze zorgde ook voor ons. Toen ze een keer best wel hard gevallen was in huis, mocht ze op Bart zijn ruggetje slapen. Floris en ik sliepen bij haar voeten. Ik wilde me eigen niet opdringen.
Op een dag voelde ik in mijn poezebuik dat er iets niet goed was. Ik had hele moeilijke gevoelens. Mijn vrouw moest steeds huilen en ik snapte het niet. Ik wilde er voor haar zijn, maar ik was ook onzeker. Zo kende ik mijn vrouw niet.

Ik zag Bart en ik voelde van alles. Ik wilde tonijn, zalm, garnaale en gekoolde vis. Ik moest emo eten, maar de moeilijke gevoelens gingen niet weg. Bart wilde juist niet meer eten en lag stil op de bank. Mijn vrouw probeerde van alles. Ik lustte zijn eten wel maar ik denk, ik moet mij eigen er nu niet mee bemoeien. Ik voelde dat ik het zo moest doen.

Op schoot

Toen is mijn vrouw naar de dierendokter gegaan en ze moest heel veel huilen. Ze kwam terug. Zonder Bart. Ik zag haar tranen. Ooooh zoveel verdrietige gevoelens en ik had geen tonijn meer voor haar. Mijn vrouw vertelde dat Bart naar de poezenhemel was, dat hij een sterretje was geworden. Het mooiste sterretje. Ze moest steeds huilen, ik ging gauw op haar schoot.
Ik heb nog een tijdje in huis rondgekeken.Iedere dag opnieuw zocht ik naar mijn broer, naar Bart. Ik kon hem niet meer vinden. Zijn geur verdween langzaam uit ons huis.

Mijn vrouw heeft nog heel lang moeilijke gevoelens gehad. Ik had dat als poes heel goed in de gaten want van me eigen ben ik heel gevoelig. Mijn vrouw noemt mij hoog sensietief, dat is als je alles voelt en dat het allemaal prikkelt. Ik vind het dan fijn om te eten, dan wordt ik weer me eigen.

Lijstje

Loesje vertelt
Nou ben ik bij Bart in zijn lijstje

Toen Bart net een sterretje was geworden moest ik heel veel eten. Ik voelde het verdriet van mijn vrouw in me eigen. Ik ben ook bij haar gaan liggen in bed, ik wilde haar toch troosten. Dat doe je als poes, vind ik. Ik maakte me ook zorgen want ik hoorde haar niet meer zingen. Ze was heel lief voor ons maar ik had toch ook vaak een natte vacht als ik mijn vrouw kopjes had gegeven. Ik zag het verdriet uit haar ogen komen en ik voelde me eigen machteloos. Maar ik leerde dat ook moeilijke gevoelens er mogen zijn en dat mijn vrouw dan toch heel veel van ons houdt. En ook van Bart. Want dat gaat nooit over vertelde ze, net als honger.

Nu leeft Bart verder in onze hartjes. Hij hangt aan de muur en staat in een lijstje op de kast, ik snuffel er weleens aan. Dan voel ik me eigen rustig en weet ik weer hoe een écht sterretje ruikt.

Lief pootje van Loesje

Loesje vertelt: over een maatje en een haartje meer

Waar blijft de kam?

Mijn Bertje vroeg me of ik wilde schrijven over de warmte en ook dat ik een maatje meer ben van me eigen. Ik dacht, ik ben best wel een Bofpoes met me verkering. Bert vindt mij goed zoals ik ben met me gewicht.  En als het warm is leeft hij ook met me mee, dat ik alles goed verzorg en geen maatje minder word. Maar als vollere poes wil ik er toch over schrijven. Hoe het is als je Obesie hebt en de zon schijnt.

Een haartje meer

Van mij eigen vind ik de zon best fijn. Dat ik de warmte voel op me vacht en ook in me hart. Maar ik doe ook best veel verharen en als poes wil je toch een mooie vacht. Dat ik er nog een beetje goed uitzie, ik heb wél verkering. Daarom vraag ik me vrouw elke dag om de kam. Dan komt ze bij me zitten en praat zachtjes lieve woordjes. Oooh ik ga dan al op me rug liggen want dan kan ze ook me buik mee kammen. Dat helpt, ik voel me eigen dan frisser. En ik vind met de kam het fijnste knuffelmoment, dat ik me dan helemaal strek en me vrouw doet het werk. Verharen vind ik niet fijn. Als vollere poes heb ik ook een dikke vacht, ik heb dus ook een haartje meer van me eigen.

Op gewicht

Op Feesboek lees ik veel over poezen en katermannen die met hun eigen niet goed kunnen eten als het zo warm is. Ik denk dat eten belangrijk is, ik voel altijd code tonijn. Dat ik wil eten ook al vallen er mussen van me eigen dak. Ik hoef ook nooit te spugen dus ik blijf op me eigen gewicht. Of meer! En als je toch al een maatje meer bent is dat best fijn.
Drinken doe ik ook, mijn vrouw heeft overal bakken met water staan in ons huis. Ik snap het niet, ze zet nooit overal bakken met tonijn neer. Dan zou ik mijn eigen feestje bouwen, maar het is water. Ik steek eerst mijn pootje in het water want het kan ook best nat zijn. Van me eigen houd ik daar niet zo van.
Soms gooit ze ook hele koude blokjes in het water. Ik vind er niks aan, ik heb liever snacks in het water.

Ik moet goed drinken en het rustig aan doen.

Veilig voelen

Omdat ik toch ook Obesie heb moet ik het wel rustig aan doen. Ik ben een poes met een rustig karakter, maar nu moet ik wel opletten. Dat ik niet ga rennen van geluk. Me hart zou dat misschien niet zo leuk vinden? Maar me hart kent zoveel zonnestralen dat ik me eigen code heb.
Soms ga ik op ook op het balkon. Dan ga ik in de zon liggen maar me vrouw houdt mij dan wel in de gaten. Dat me vacht niet in de brand vliegt.
En ik ga ook met mijn pootjes wijd op de grond liggen en soms op de tafel. Mijn vrouw ligt nooit op de tafel, maar ze heeft het wel warm.
We hebben geen ventiwaaier in huis. Dat ik daar voor kan gaan liggen en dat me haren dan recht overeind staan, Floris kan niet tegen harde geluiden en mij vrouw moet ook aan hem denken. Dat hij zijn eigen ook veilig voelt. Dat is wel belangrijk want ik denk dat veilig zijn warm voelt in je hart.

Op tafel

Misschien heeft U hier iets aan, dat U zegt ik ga het ook proberen. Dat U zich elke dag kamt en denkt aan code tonijn. Drinken mag ook, als U dat lekker vindt. En U kunt ook tonijn door U water doen en soms is zalm ook lekker. En als U op tafel wil gaan liggen mag dat best.

Ik ontdekte dat ik altijd mijn eigen ben en blijf. En dat de zon in me hart de mooiste is.

Liefs van Loesje

Loesje vertelt: over Floris die siepers is

LoesjeMijn verkering Bert vroeg me of ik wat meer over mijn leven wilde schrijven. Over gewone dingen en over hoe ik leef met me eigen familie. Bert zei dat mijn fens me dan beter leren kennen. Ik zeg u eerlijk, ik wist niet eens dat ik fens had? Maar als Bertje het zegt dan geloof ik hem. Ik wil het U graag vertellen.

Waar ik woon

Ik woon nu alweer 10 jaar bij mijn vrouw, dat vind ik best lang. Niet dat ik hier nog weg zou willen want ik wil als poes niet op me eigen gaan wonen.  Ook al heb ik twee jaar verkering, ik woon met mijn vrouw, Floris en Zusje.
Toen ik hier kwam wonen wist ik nog niet dat ik in een multikathuishouden terecht zou komen. Dat is als je met meerdere katten in één huis woont. En ook nog met een vrouw.

Uit het asiel

Ik mocht in een mandje bij mijn vrouw op schoot mee en ze sprak de hele tijd heel lief tegen mij. Ik vroeg me eigen af waar ik naar toe zou gaan? Dat weet je niet als poes als je mee mag met je vrouw of man, je moet maar afwachten. Ik vond het zo spannend. Ik dacht alleen maar, zou ze ook tonijn hebben?

Siepers

We kwamen in mijn nieuwe huis. Het was in een groot gebouw met allemaal huizen op elkaar. Ik vond het meteen fijn. Ik ben een binnenpoes dus ik was blij dat ik niet naar buiten hoefde. De voordeur ging open en ik moest meteen ruiken. Het rook vreemd, ik kende het niet. Mijn mandje ging open en toen zag ik het. Een grote katerman en hij was siepers. Ik zag allemaal strepen in zijn vacht. Ooooh ik vond het zo spannend. Maar ik wilde ook ontdekken.

Mijn vrouw zei dat de katerman Floris heette en dat hij mijn broer werd. Ze aaide hem, ze aaide mij. Zachte strelingen van tussen mijn oren naar mijn staart. Ik wist niet zo goed wat ik moest doen want ik voelde meteen, Floris is de baas in huis dus ik moet me eigen wel gedragen. Ik deed een paar keer blazen, ik wilde me eigen toch laten horen. Dat ik er was, dat ik er ben en dat ik nooit meer weg ga. Ik durfde nog niet zo goed want ik ben ook verlegen.

En toen gebeurde er iets fijns. Mijn vrouw gooide snoepjes op de grond en we aten samen van de snoepjes. Het was best gek, ik voelde me eigen helemaal niet bang. Ik durfde bij mijn vrouw op schoot te kruipen, ik voelde me wel fijn. Ik moest denken aan vroeger en hoe bang ik me eigen toen voelde. Nu was ik veilig, nu was ik echt thuis bij me eigen familie.

Met Floris was ik best snel vriendjes. Ik voelde, soms begrijp je elkaar. Als je allebei uit een asiel komt dan snap je sommige dingen beter. Dingen die je vrouw weer niet snapt. Dat eten bv altijd op de eerste plaats komt en dat je ook graag veel wil eten. Floris vindt eten ook belangrijk, maar ik eet altijd meer.

Familie geworden

LoesjeMijn vrouw heeft Floris wel moeten leren dat ik verder niets wil als u snapt wat ik bedoel. Ik ben graag op me eigen en ik ben een nette poes. Floris is een “jeweetwelkater” maar ik denk dat hij dat zelf niet weet. Misschien hebben ze het hem niet verteld. Ik weet het niet, maar ik wilde het gewoon van me eigen niet.
Dat katers een poes soms op een andere manier interessant vinden, daar moest ik wel aan wennen. Ik was nog jong toen ik hier kwam wonen, ik moest alles nog leren en ontdekken. Mijn vrouw was er wel voor mij, dat er niks gebeurde zeg maar. Nu zijn Floris en ik echt wel familie van elkaar geworden, soms slapen we zelfs samen in een mand. Dat is best gezellig maar ik ben het liefst op me eigen of bij mijn vrouw als Bert er niet is.

Zorgen

Maar ik maak me eigen ook wel zorgen. Floris is al bijna 16 jaar. Ik weet niet precies hoe oud dat is maar hij is denk ik wel super seeniejoor. Dat is best veel seeniejoor vind ik.
Als Floris er straks niet meer is dan ga ik hem wel heel erg missen. Hij is toch een soort van me eigen broer maar wel van dezelfde vrouw.

liefs van Loesje