Categorie archieven: interviews de poezenwereld

Interview met de naaktkat Borrel

Borrel (3 jaar) kijkt heel intens en dat is mijn schuld. Want ik heb hem naaktkat genoemd. En hij weet beter want hij is een Sfinx-kater. Sorry jongen!  Ik vroeg hem om een interview omdat hij straks gaat werken in Katdeau, het kattencafé in Hengelo.

Borrel, ik bedoel natuurlijk dat je een Sfinx bent. Iedereen noemt je naaktkat. Hoe vind je dat eigenlijk?

Vroeger schaamde ik me hier wel eens voor. Iedereen is natuurlijk wat gevoeliger in z’n blootje. Maar nadat iedereen die mij ontmoet mijn huid zo heerlijk fluweelzacht vind, ben ik er eigenlijk heel blij mee dat ik niet overal haren achterlaat. En natuurlijk heb ik een mooi figuur.

Ja dat kan iedereen meteen  zien. Je bent gevoeliger zeg je, maar toch ben je erg op mensen gericht. Hoe zit dat?

Ik vind mensen geweldig! Ze zijn altijd bezig met dingen die ik niet begrijp en daar kijk ik dan graag (heel dichtbij) naar. Soms is het ook leuk om te helpen, dan ga ik op alle spulletjes liggen, want warme spulletjes zijn betere spulletjes natuurlijk. Ook is het leuk om met mijn baasje te kletsen, ik heb altijd veel te vertellen. Ook ligt hun schoot, schouder en buik een stuk warmer dan mijn eigen mandjes, dus daar lig ik het liefst.

Klinkt alsof je het  druk hebt. Hoe verloopt nou voor jou een gewone dag?

Ik ben ’s ochtends altijd vroeg op om in huis mijn medebewoners wakker te miauwen en kopjes te geven omdat ik samen ontbijten het allerleukste vind! Ook mag ik ’s ochtends vaak even in bed liggen van mijn baasje, terwijl ik eigenlijk wel de hele nacht daar wil liggen. Voor de rest ga ik op een gewone dag graag spelen en slapen met mijn vriendjes Nootje en Cashew, lig ik heel graag op de kussens voor het raam in het kattencafé zodat ik alles in de buurt goed in de gaten kan houden. En tenslotte geef ik ook heel graag de hele dag kopjes aan alle planten in huis, gewoon omdat ik die lief vind.

Borrel, Nootje en Cashew

Volgens mij ben je in een vorig leven een hippie geweest. Alles is love en peace. Wat vind je het allerfijnste aan je leven?

Dat er altijd zoveel gezelligheid is thuis! Ik heb m’n beste vriendjes altijd dichtbij en vaak komt er visite en daar ben ik echt gek op. Ik kan niet wachten tot het kattencafé echt open gaat, want dan krijg ik nog meer aandacht!

Oja, het café. Het is ook een winkel, weet ik. Wat ga je daar straks voor werk doen?

Ik ga natuurlijk veel mensen trekken door mijn charmes. En ik ga mijn baasje helpen met het voorproeven van de lekkere dingen in het kattencafé.

 

Dankjewel voor dit interview Borrel!! 

Ina van Berkum van Cats and Things

Je bent in de winkel van Cats and Things geweest of je wilt er graag heen. Dat is nou eenmaal zo.  Nynke van de kattenfoto’s  komt er ook!! Maar wie is de vrouw achter deze winkel en webshop? Ik had een lang en goed interview met haar. Ze heet Ina van Berkum. Hier komt mijn interview.

 

Ik weet dat de winkel begonnen is met Cicero als winkelkater. Wie was hij?

Ha die Cicero! Die grote man spreekt nog steeds tot de verbeelding van velen. Er komen nog steeds mensen om hem vragen. Terwijl hij toch al anderhalf jaar over de regenboog is. Veel te vroeg natuurlijk. Het liefst wil ik dat mijn katten 18 of ouder worden. Anders heb ik het volgens mijn idee niet goed gedaan. Maar met Cis was dat niet haalbaar, ik heb hem 2x succesvol kunnen redden, maar de derde keer moest ik hem toch echt laten gaan. De grote man heeft diepe indruk achter gelaten.

Zolang is hij helemaal niet bij me geweest, nog geen 4 jaar. Maar ik kende hem al veel eerder. Met Kayleigh ben ik een aantal keer naar hem toe gegaan en daar zijn 3 nestjes uit voortgekomen. Ik heb altijd gezegd; “Vent als je met pensioen gaat dan mag je bij mij.” En dat is ook gebeurd… alleen veel korter dan ik had kunnen voorzien.
Toch zie ik hem nog dagelijks. Zijn dochter Bridget lijkt sprekend op hem, ze loopt zelfs als Cis. Het is mijn eigen vlekkenmeisje. Ook zijn er nog 2 broertjes uit een later nestje thuis. Liam een echt vriendje en Colin een wel heeeeeel ondeugende dikke donder. Dus samen met moeder Kayleigh zijn er nog 4 Heilige Birmanen in huis

Wat gezellig zo’n kattengezin thuis!! Zijn die er ook in de winkel van Cats and Things?

Eigenlijk zijn er altijd katten in de winkel geweest. Twee weken na opening heb ik 2 poezendames uit het asiel gehaald. Die zaten daar omdat hun mens naar het bejaardentehuis moest. De meiden waren 9 jaar toen ze de kattenwinkel binnenliepen en ze zijn 16,5 en 18 jaar geworden.
Na Cicero is er geen winkelkat meer. Die komt er ook niet meer. Er is namelijk veel veranderd in de winkel. Er worden veel workshops georganiseerd en 1x per maand komt de kattenkapper ook op bezoek. Dat wil zeggen dat ik steeds vaker mijn echte poezenklanten een poot kan schudden. Ik wil heel graag dat een kattengast zich op zijn gemak voelt, de meeste vinden het toch al zo eng om te reizen. En als ze regelmatig komen voor een manicure dan is het wel zo fijn dat ze niet opgewacht worden door een andere kat. En ook voor een winkelkat is het niet fijn als er steeds andere “vreemde” katten op hun terrein komen. Dus dat wil ik een winkelkat dan ook niet aan doen.

Nee, dat zou ik ook niet willen thuis. Nou komt een moeilijke vraag. Houden mannen op een andere manier van katten dan vrouwen dat doen en hoe kan dat dan? 

Bertje ik geloof niet dat mannen anders van katten houden dan vrouwen. Ik denk eerder dat een boel mannen zich heel stoer voordoen. Maar als een kat ze eenmaal om hun pootje gewonden heeft dan zijn ze net zo “erg” als vrouwen die van katten houden. Kijk maar eens goed naar hoe Puss in Boots dat doet….. als je zo kijkt dan kan toch geen mens daar tegenop. En geloof me Bert.. het werkt?! Als je de verhalen hoort die ik af en toe hoor in de kattenwinkel……

Die zou ik heel graag willen horen!! Maar ik snap wel dat het niet kan. Ik vertel ook niet alles over wat ik met mijn vrouw meemaak, hoor. Nou mijn volgende vraag. Als u een kat was, hoe zou u dan zijn en wat zou u het liefste doen? 

Whahahahaha ik zou het liefst een Heilige Birmaan zijn. Je doet je sjiek voor met je mooie langharige colourpoint velletje. Je trekt witte handschoentjes aan, je noemt jezelf Heilig en je hebt een redelijk bourgondisch lijfomvang. Echt Bert….. dat past helemaal bij mij. En dan zou ik het liefst net zo ondeugend, ondernemend en boeverig zijn als Colin.

Wat leuk dat u dat zo precies weet!! Wat is uw aller-allerfijnste herinnering aan een kat? 

Jeetje Bert….. daar vraag je me wat?! Ik heb zoveel meegemaakt met mijn katten. De bevallingen, het opgroeien van de kittens, het spelen, het verwonderen over hoe slim ze zijn. De troost, de zen momenten. Het vertrouwen……
Ik denk dat het vertrouwen het aller diepst zit. Het moment dat je elkaar aankijkt en weet wat je aan elkaar hebt. Soms duurt dat even, moet je aan elkaar wennen. Even aftasten wat het karakter is en hoe je dingen doet. En dan op gegeven moment dan weet je van elkaar: het zit goed! We kennen elkaar door en door en zijn er voor elkaar. Ook op die momenten dat er geen leuke beslissingen worden genomen. En als dat vertrouwen dan gepaard gaat met een PURrrrr en een knipoog dan weet je: Je bent van mij, en ik ben van jou.

Dankuwel voor dit interview!!! Ik vond het heel mooi!!

Interview met de poes Loesje

Op Facebook heb ik Loesje ontmoet. Ik vond haar meteen bijzonder. Dat zachte. Dat lieve.  En ja, mooi is ze ook nog. Elke dag schrijft ze een berichtje op mijn pagina. Het deed iets met me. Daarom besloot ik haar om een interview te vragen.

 

Hoe gaat voor jou een gewone dag?
Op een gewone dag word ik wakker en heb ik honger. Ik slaap soms boven bij mijn vrouwtje, maar ook vaak beneden op de bank.
Als ik beneden slaap ga ik mijn vrouwtje wakker maken, dan spring ik op bed om goedemorgen te miaauwen. Mijn broertjes Floris en Japie zijn dan meestal al boven en ook mijn zusje Zusje ligt meestal languit op mijn vrouwtje te slapen. Dat doe ik ook weleens. Dan staan we samen op, ga ik eerst naar de bak en krijgen we onze brokjes. Dat vind ik zo fijn dan krult mijn poezestaartje.
Na het eten ga ik meestal even spelen en dan weer slapen. Zelfs als mijn vrouwtje gaat stofzuigen blijf ik lekker liggen. Meestal lig ik te slapen totdat we weer eten krijgen. Ik denk dat ik op een gewone dag het liefste slaap en eet. En de laatste weken help ik mijn vrouwtje ook iedere dag met een berichtje schrijven aan jou Bert. Dat vind ik fijn.
Maar mijn vrouwtje moet vaak werken, dan blijf ik achter met mijn 2 broers en Zusje. We slapen dan heel veel, maar soms gaan de andere drie ook ravotten door het huis. Ik wacht rustig tot mijn vrouwtje weer thuis is. Mijn vrouwtje werkt ook vaak s’nachts, dan draaien we alles om en slaap ik overdag met mijn vrouwtje mee en s’nachts met mijn broertjes en Zusje.
Maar het liefst heb ik het dat het gewoon is, dat mijn vrouwtje thuis is bij ons.

 

 

 

Het klinkt of je het heel gezellig thuis hebt, met allemaal fijne dingen. Wat is daarvan het allerfijnste?
Het allerfijnste wat ik doe Bert is eten. Ik lust bijna alles en dat kun je ook wel aan mij zien. Ik heb een prachtig rond figuur zegt mijn vrouwtje altijd en ik ben er best een beetje trots op. Vroeger voordat mijn vrouwtje me kwam halen in het asiel, woonde ik met 9 andere katten. Ik kreeg bijna geen eten en was heel mager. Toen we uit huis werden gezet kwam ik in het asiel te wonen en toen kwam mijn vrouwtje ineens binnen wandelen. Ik ging aan haar voeten liggen want ik vond haar lief. Zij vond mij ook lief en nam me mee naar haar huis en daar woon ik nu. Ze gaf me lekkere brokjes te eten en ik kwam helemaal bij. Toen werd eten mijn grootste hobby en dat is altijd zo gebleven. O ja en slapen vind ik ook heel fijn, want ik moet goed uitrusten van al dat eten.

Dus rust is belangrijk voor je. Dat heb ik ook.  Heb je weleens dat je je gek voelt en dat je opeens moet rennen? 
Als ik de kriebeltjes krijg, ga ik rennen, dan ren ik door de huiskamer en dan via de trap naar boven. Soms ren ik alleen door de huiskamer en begin ik te spelen. Maar dat is niet zo vaak want ik ben een echte dromer. Ik kan uren naar de muren zitten staren. Mijn vrouwtje zegt dat ik heel zen ben, maar daar snap ik niks van. Soms vind ik het fijn om op het balkon te zitten en zo naar de wijde wereld te staren. Maar dan wil ik ook snel weer terug naar binnen.

Mijn favoriete speeltjes zijn lintjes of touwtjes en daarmee lekker over de grond rollen. Maar ook vind ik het fijn om achter laserlichtjes aan te rennen, die probeer ik dan te vangen. Dan kan ik heel goed springen hoor Bert. Ooh en we hebben zo’n speeltje in huis waar wij als poezebeesten een balletje door kunnen slaan, daar word ik spontaan helemaal blij van. Ik speel dat weleens met mijn kleine broertje Japie.

 

 

 

Je maakt zo’n volwassen indruk. Zo evenwichtig. Dat je precies weet wat belangrijk is in je poesenleven. Heb je weleens kittens gehad?
Nee Bert, ik heb nooit kittens gehad. Ik was 1,5 jaar toen mijn vrouwtje mij vond in het asiel en ze hadden me net geopereerd. Ze hebben toen iets uit mijn buik gehaald zodat ik geen kittens meer kan krijgen. Ik had wel een heel groot litteken en mijn buikje was kaal. Toch wilde mijn vrouwtje mij hebben, dat vond ik wel lief.
Ik heb na zitten denken of ik kittens zou willen Bert. Ik denk dat het voor mij te druk zou zijn. Zusje kwam hier als kitten en Japie ook, dat vond ik best moeilijk want ze waren zo druk. Ze wilden allemaal met mij spelen op momenten dat ik wilde slapen. Ik houd van rust Bert en van gewoon, ik denk dat het mijn leventje helemaal op zijn kop zou zetten. Maar als ik heel vroeger kittens had gehad dan had ik niet beter geweten en dan zou ik er wel voor gezorgd hebben. Misschien als ik jou eerder had ontmoet Bert, dat we dan samen na hadden kunnen denken over kittens? Dan was het anders geweest.

Lieve Loes, de belangrijkste vraag heb ik tot het laatste bewaard. Ook omdat ik verlegen was.  Maar ik wil het vragen!! Wil je verkering met mij?
Dit is mijn favoriete vraag van het interview Bertje!
Ja ik wil verkering met jou want ik vind jou een knappe huiskater, Bert. En ook nog eens heel lief met aandacht voor mij.
En je houd van gewoon en ik houd ook van gewoon, dus ik zeg ja Bertje, laten we het gewoon doen! En ik ben stiekem ook erg verliefd op jou.

Dat was het Bertje, ik vond het zo leuk om te doen. Dank je wel dat je me gevraagd hebt.
Ik stuur je een kusje als dank xxx

Lieve Loesje dankjwel voor alles! Nou ben ik een gelukkige kater!!

De kalender van Kees en Koos

Kees en Koos zijn beroemde katers van Facebook. Hun vrouw Blondie heeft een gave scheurkalender gemaakt, die is voor volgend jaar. Hoe zit dat? Interview met twee katers!!

Hoi Kees en Koos!! Hoe kan dat, een scheurkalender van jullie?

Kees en Koos: “Blondie kon geen leuke scheurkalender vinden. Ineens kregen Kees en ik een brainwave. Waarom maakten we geen scheurkalender met alle foto’s van ons? Zo gezegd, zo gedaan. We gingen aan de slag. De taakverdeling was snel geregeld. Wij deden de creatieve ideetjes. Blondie mocht de technische dingen op de computer doen.
Het moest dus een kattenscheurkalender worden, van ons!! Dan zouden we ook geen gesodemieter krijgen met auteursrechten. En het moest een leuke kalender worden.”

Voor de Facebook van Kees: klik en kijk
Voor de Facebook van Koos : klik en kijk

Kees zegt : “Er is elke dag iets bijzonders is of wat te vieren. Het belangrijkste is dat we heel veel lol hebben gehad met het maken van de kalender.”

Dat snap ik Kees, jij en Koos komen goed in beeld. Wat vinden jullie zelf de leukste foto’s?

Kees: “Alle foto’s met eten, van donutdag tot anti-dieetdag!”

Koos: “De foto’s van Willy. Want Willy is de oude sok waar ik vroeger mee woonde. Hij heeft mij opgevoed. Anderhalf jaar geleden is hij over de Regenboogbrug gegaan. Af en toe laat hij nog iets van zich horen en dan stuurt hij inspiratie. Dus ik vind het belangrijk dat Willy in de scheurkalender zit.”

Dat is lief van je Koos. Dat je aan Willy blijft denken. Gaan jullie nou rijk worden?

Koos: “We hebben de prijs van de kalender zo laag mogelijk gehouden. We willen dat Blondie uit de kosten komt.”
Kees: “Ja, anders moet ik een krantenwijk nemen dus ik hoop dat het lukt!! En als we toch geld verdienen, dan gaan we goede doelen steunen die met katten te maken hebben. Dat doen we vaker.”

 

Vijf vragen aan Caat-a-strofe

Deze week interview ik Caren Peeters van Caat-a-strofe, zij is de vrouw van Binkie. Dat is een kater die zwaargewond was maar nou weer beter wordt. Komt door zijn vrouw!! En ze schreef een boek overhem en dat is hier te koop.  Bink zit ook op Facebook. Hier komt mijn interview!!
Caren zegt eerst: “Binkie blogt en Facebookt, en hij vindt de mensentaal maar niks. Daarom verzint hij zelf steeds nieuwe woorden, zoals KG en knuffeltrapleer. Hij geeft ook nieuwe betekenissen aan bestaande woorden, zoals pompoentje en platzak. Op www.caat-a-strofe.nl vind je bij de Binkieblogs het Binkiewoordenboek. Dat is nog lang niet klaar, omdat Binkie steeds iets nieuws verzint, en hij het bijna niet bij kan houden. Als je in het interview een Binkie-woord tegenkomt, kun je dat opzoeken in het Binkiewoordenboek.”

Nou mijn vragen!!

Waarom heeft Binkie op zijn Facebookpagina zo’n raar pakje aan?
Toen ik Binkie vond, op 16 april 2015, lag hij zwaargewond in een tuin. Hij had een enorme wond op zijn nek en rug. Ik heb hem eerst ‘gestolen’ omdat zijn eigenaar niet thuis was. Maar die deed later gelukkig afstand van Binkie, die toen nog anders heette.
Nadat de wond was schoongemaakt, kreeg Binkie een Medical Pet Shirt aan, waar wondgaas onder werd gestopt. Maar hij krabde zijn turnpakjes binnen een paar dagen aan gort, en de gaasjes waren niet aan te slepen; hij verschoof ze in een oogwenk.
Daarom zijn de KG’s hem gaan verbinden, zodat het ’truitje’ ontstond. Maar hij krabde zijn truitjes óók binnen de kortste keren aan flarden. De KG’s plakten steeds meer tape op de truitjes, en dat hielp. Maar langer dan drie of vier dagen hielden de truitjes het niet uit.

Na een poosje werd de wond ineens groter in plaats van kleiner, doordat de truitjes tegen de wond schuurden. De KG vond toen de ‘bagel’ uit: een rolletje verband dat om de wond heen werd gelegd, zodat het wondgaas de huid niet meer raakte. Nog later liet ik designtruitjes maken door een naaister: turnpakjes zonder onderkant met een zachtgevoerde kraag van kunstleer.
Intussen kreeg Binkie pijnstillers, antibiotica en ontstekingsremmers. We probeerden ook jeukremmers, maar die gaven alleen bijwerkingen. Ten slotte kreeg Binkie prednoral (prednison). Een week of vijf geleden leek de jeuk enorm af te nemen. De prednoral werd afgebouwd, en Binkie krabde helemaal niet meer.
Donderdag 28 april heeft de KG nagelhoesjes van kunststof over Binkies achterklauwen geplakt. Toen die er maandag nog zaten, heb ik het truitje doorgeknipt. Een uur lang ging het goed, maar toen begon Binkie toch weer te krabben. Door de nagelhoesjes bleef zijn huid nog wel heel, maar het litteken werd toch weer roder en roder. Ik was wanhopig! We waren al meer dan een jaar bezig, en nu?
Ik flanste van een inlegkruisje en tape een soort dasje in elkaar, en dat draagt hij nu. Vreemd genoeg hield hij meteen op met krabben, hoewel het litteken onder het dasje uitstak. Maar nu ik dit zit te typen, hoor ik hem weer krabben. In het ergste geval moet Binkie levenslang truitjes dragen, maar we hopen nog steeds dat het langzaam maar zeker beter blijft gaan. Ik moet wel oppassen dat ik op tijd afgevallen nagelhoesjes vervang, zodat zijn huid, áls hij krabt, niet meteen open is.
Het lijkt misschien één grote lijdensweg, maar Binkie was van het begin af aan een heel blije kater. Als ik had gedacht dat hij ongelukkig was, had ik er meteen een eind aan laten maken. Maar gelukkig was dat niet nodig.

Hoe is zijn karakter?
Dat is bijna niet te beschrijven. Volgens een van de KG’s heeft Binkie ‘het karakterst’, en volgens Binkie zelf is hij ‘de uniekste’ kater die er bestaat’. Als tekstschrijver kan ik honderd keer zeggen dat dat helemaal niet kan, maar zij houden vol van wel. En eigenlijk ben ik het nog met hen eens ook.
In ieder geval heeft Binkie vooral heel véél karakter. Hij is sociaal, nieuwsgierig, speels, vrolijk, dapper en levenslustig. Bescheidenheid is hem vreemd. Hij vindt zichzelf beslist onweerstaanbaar, en dat is hij ook. Hij vertelt bovendien luid en duidelijk wat ik moet doen: de balkondeur open zetten, het dekbed optillen zodat hij eronder kan kruipen, ontbijt klaarmaken, een plakje fricandeau opdienen, op de knuffeltrapleer klimmen om hem te aaien… Zijn wens is mij een bevel, en hij weet het.
Als er iemand op bezoek komt, is hij/zij binnen een paar seconden verliefd.

Dat ik een boek over Binkie geschreven heb, komt eigenlijk alleen doordat hij zo leuk en bijzonder is. Ik was het helemaal niet van plan, maar hield mijn vrienden en familieleden op de hoogte via de mail. Toen bleek hoe leuk mensen hem vonden, kreeg hij zijn eigen facebookpagina, en besloot ik een boek te schrijven op basis van de mailtjes. Binkie is zelf intussen ook aan het schrijven geslagen. Hij houdt zijn eigen Facebookpagina bij en schrijft af en toe een blog. Het aantal Binkiefans op Facebook groeit nog steeds!
Hoeveel katten heeft u en hoe verdeelt u de aandacht?
Toen Binkie kwam, was ik de huisslaaf van twee katers en een poes: Joris (toen bijna 13), Pommetje (toen bijna 10) en Catootje (toen bijna 7). Alle drie waren ‘rescues’, want ik ben tegen fokken zolang er nog dieren rondzwerven of in een asiel zitten.
Tijdens de hittegolf van de afgelopen zomer is Catootje helaas overleden. Ze had een lekkende hartklep, en die werd haar plotseling fataal. Er ontstond (waarschijnlijk) een bloedprop die in stukken brak, en in één keer al haar slagaders verstopte. Gelukkig was ik thuis toen het gebeurde, dus kon ik direct met haar naar de spoedkliniek om te zorgen dat ze zonder veel angst en pijn kon sterven. Nu heb ik dus drie katers.
Ze willen alle drie een ander soort aandacht, en dat is wel makkelijk.

Joris vindt het fijn om voor het slapengaan een lang en diepgaand gesprek te voeren. Hij ligt dan op mijn hoofdkussens te spinnen en houdt mijn hand vast. Ik vertel hem dan altijd dat hij vandaag weer tweemaal zo lief is geworden als gisteren, en dat dat eigenlijk niet kan, omdat hij sowieso (samen met Pommetje en Binkie) de liefste kater van het universum is. En nu is natuurlijk meteen duidelijk waarom het universum uitdiijt: anders past de liefheid van Joris (en Pommetje en Binkie) er niet in. Joris moet dan zó spinnen dat hij ervan gaat kwijlen.

Pommetje komt af en toe heel stilletjes een knuffel halen. Hij is erg zwijgzaam en schuw, maar kan toch goed duidelijk maken wat hij wil. Hij kan me bijvoorbeeld zwijgend vertellen dat ik zijn water moet verversen, of dat ik hem op moet pakken. Hij vindt het heerlijk om op het katmatje te liggen (het katmatje ligt naast mijn muismatje op mijn bureau) en kopjes te geven aan mijn beeldscherm.

Binkie zegt gewoon wat hij wil, of hij komt me kopjes geven. Hij vindt het ook enig als ik met zijn schuimrubberen balletjes gooi. Dan springt hij als een kangoeroe door het huis. Als hij onder het dekbed slaapt, moet ik zijn pootjes warmen (die gaat hij eerst even lekker koud maken op het balkon) of zijn buikje aaien (dan gaat hij met zijn rug naar me toe liggen). Hij vindt het maar niks als ik zit te typen. Dan komt hij me roepen. Soms omdat hij zelf wil typen, en soms omdat hij aandacht wil.

Waar slaapt iedereen?
Nou, dat wisselt nogal. Op sommige plekken slapen ze alle drie om de beurt, op andere plekken slaapt er altijd maar één, en op weer andere plekken slapen er twee om de beurt. Ze slapen nooit tegen elkaar aan, hoewel Joris ’s morgens het hoofdje van Binkie mag/moet wassen.
Weet je wat: ik maak er wel een schema van. Maar je weet hoe het is met katten: morgen slapen ze weer allemaal ergens anders.
Ik slaap zelf meestal in mijn bed, maar soms ook in een hotel of zo. En heel soms val ik op de bank in slaap. Maar ik slaap bijvoorbeeld nóóit op de vensterbank of de koelkast.

Komt er nog een tweede boek over Binkie?
Dat weet ik nog niet. Hoewel iedereen erg enthousiast is over BINK, verkoop ik het lang niet zo snel als ik had gedacht en gehoopt. Veel Binkiefans zorgen zelf ook voor katten, dus het geld groeit hun niet op de rug. Ik moet nu eerst de drukker betalen en kijken of ik Binkie financieel ‘overleef’, en dan kan ik kijken of er nog een boek komt.
Misschien moet ik Binkie het tweede boek zelf laten schrijven, want hij schrijft veel beter dan ik.

 

Dankuwel voor dit interview!!