Alle berichten van Chef

Kever heeft een mening over ketnip

Toen ik de eerste keer mijn huis binnenkwam lag oferal ketnip, mijn mensen dachten dat ik dat leuk zau finden, Bolle en Beer en Mol en Popje waren er allemaal DOL op, ze konden er niet genoeg van krijgen, dus waren er heeeeeeeel veel speelgoedjes met ketnip, en onder het grote bed waar ik me ferstopte lag ekstra ketnip om rustig van te worden en om mee te speelen.

Zo was het in het asiel ook geweest, ik zat in een aaparte kamer omdat ik zo bang was, Saame met een audere damespoes die ineens haar mens was ferlooren en niet meer wilde eeten, mijn mensen wilden haar ook meenemen maar dat mocht niet van het asiel, omdat we allebei zo bang waren zeiden ze, enniewee in het asiel lag onze kamer fol met ketnip, dat finden katten nau eenmaal fijn spul.

Stroom

Maar ik ben altijd bang geweest van ketnip, ik weet niet eens presies waarom maar ik fond het zoooo grieselig!, ook die takjes om op te kouwen van matatatatabi ofzo find ik moeilijk, maar ketnip was nog wel het ergste, o brrr…. zo freselijk eng!, jullie snappen dus vast wel dat ik hoopte dat ik in een huis zonder ketnippies zau komen en niet blij was dat het oferal lag, maar mijn vrouw merkte al heel snel dat ik reageerde alsof er stroom op stond, zo zei ze dat, en ze haalde alles weg, pfoeh… gelukkig!
Af en toe probeerde ze het weer een keer, en elke keer deinsde ik achteruit, ferstopte me onder het bed en wilde niet meer tefoorschijn komen, dus na een tijdje hield ze er mee op, in de zomer lag ik wel naast de ketnipplanten in de tuin maar als mijn vrouw een blaadje ferfrommelde tussen haar fingers was ik meteen weg, terwijl Mikkie die blaadjes op het dak van het schuurtje kreeg en ervan genoot: hij at ze op, hij ging kwijlen en bleef met grote oogen liggen rollen en was helemaal heppie!

Ik ook hoor, ik was fier jaaren gewoon heppie zonder ketnip, ik heb geen verdoofende middelen noodig om heppie te zijn.

Roze muis

Dat DACHT ik tenminste, want voor mijn twaalufde ferjaardag kreeg ik van oma een roze muis met ketnippies erin, mijn mensen hadden hem eerst bofenin de boekenkast gelegd, maar na een paar daagen liet mijn vrouw me er aan ruiken, ik snuffelde eraan, ik snuffelde nog een keer, ik keek naar de muis, ik duwde mijn hoofd er tegenaan om heel goed te kunnen ruiken, en ineens… werd ik helemaal wild!, ik pakte de muis, beet hem, gooide hem in de lucht en tikte hem met mijn pooten door de hele kamer, ik greep hem steefig vast en schopte hem keihard, ik rende door de kamer met de muis in mijn mond, en ik was echt een tijger, ik was tijgerKever!!, totdat ik ging zitten en een hele diepe zucht deed, echt fanuit mijn teenen, en wat mijn mensen ook proobeerden: ik had geen interesse meer in de muis.
Maar de folgende dag werd ik wéér wild van de muis, en de dag daarop ook, ik snapte ineens wat er leuk is aan ketnippies en aan haai zijn!, maar niet te lang hoor, anders wordt het te gek en ik ben een nette jongen, geen sjunkie.

BAM

Forige week was ik op de leuning van de bank gesprongen en mijn vrouw hield steeds de ketnipaarbei voor mijn neus, ik pakte de aarbei uit haar handen en dan pakte zij hem weer terug, tot na een paar keer tijgerKever ineens kwam en die sloeg zo BAM zijn naagels in de hand van mijn vrouw!, ze moest ervan bloeden maar ze zei ook dat ik er niets aan kon doen, want er zat een dingetje aan de aarbei en daar staat het zelfs op, kijk maar op de footoo!

Elke keer word ik efentjes helemaal wild, ik word tijgerKever en ik raus met de muis of de aarbei, tot het ineens foorbij is en ik heel diep moet zuchten, ik ben weer gewoon Kever die rustig is en lief en die nooit bijt of krabt (nau ja… BIJNA nooit!), en die ZEKER niet schopt tegen speelgoed, ik ben nugter al frolijk genoeg, en ik wil helemaal niet haai worden, dat is nergens goed voor, ik find er niets aan, aan ketnip, wacht eens efen… wat ruik ik?… ruik ik… ruik ik nau echt… KETNIPPIES?!

***

En natuurlijk tetter ik door voor vreede, dat blijf ik doen zolang als het noodig is!!, en ik hoop heel erg dat Mio sterk en gezond wordt!!

Joep en het rustige leven buiten

Ken je dat? Zo halverwege de eerste maand van het nieuwe jaar wordt ‘t zó rustig, dat ik eigenlijk even niks bijzonders te mauwen hebt. Alles in huis is weer zoals het altijd was, personeel is gewoon weer brokjes aan ‘t verdienen, de kerstcadeautjes liggen in m’n mand onder tafel bij ‘t andere speelgoed en buiten is ‘t koud. Alles gaat gewoon weer z’n gangetje, alsof er nooit kerssemus en nieuwjaar is geweest…

Eigenlijk is dat maar goed ook. Want als ik elke dag van die extra lekkere hapjes voor ontbijt, lunch en diner zou krijgen als dat ik af en toe aan ‘t eind van het vorige jaar kreeg, zou ik niet meer kunnen rennen door ‘t huis maar zou m’n personeel me kunnen rollen. En da’s niet goed voor een jonge kater.

Rennen

Dus ik ben nu buiten wat meer aan het rennen over ‘t achterpad om die eindejaarsgrammetjes er weer af te krijgen. Gewoon op m’n gemakkie hoor, want nu ‘t nog steeds koud is buiten is ‘t best wel lekker om een extra laagje binnenvoering in m’n jas te hebben. Maar als ik straatcontrole loop dan maak ik graag even een paar extra rondjes om m’n conditie weer wat te verbeteren. Want als het straks voorjaar wordt hoop ik dat de muizen terug zijn in m’n weiland, en dan wil ik snel genoeg zijn om ze te kunnen vangen. En weer los te laten natuurlijk, want anders blijft er geen muis over als ik in de zomer weer een Weilandfeest zou willen geven.
Ahhh, zomer… Weet je, ik kijk er al weer naar uit om lekker buiten te zijn zonder dat ik kouwe poten krijg. Heerlijk dutten in de zon op de grote tafel in de tuin of in m’n bloempot onder m’n kersseboom. En ik kijk alweer uit naar ‘t moment dat ik kuilen kan helpen graven om nieuwe plantjes in te zetten, samen met m’n personeel. Want zij komen pas weer buiten zitten als ‘t warmer wordt, net zoals alle andere tweebeners langs m’n achterpad.

Warm

‘t Is nu dan ook best wel een beetje stil buiten. De meeste katten blijven denk ik ‘s nachts ook liever binnen bij de verwarming zitten, maar ik wil dan juist graag buiten zijn, al is ‘t maar even een rondje van de voordeur naar de achterdeur, of andersom. Even een frisse neus halen voor ‘t ontbijt geserveerd wordt is altijd lekker. Ik stop dan ook altijd wel even om naar al m’n vriendjes achter de Regenboogbrug te zwaaien, al valt dat de laatste dagen niet altijd mee omdat ik ze niet zie knipogen door de wolken die boven de grond blijven hangen. Maar ik voel gewoon dat ze dichtbij zijn, en dat voelt goed.
Af en toe kom ik op m’n rondes de overbuurkatten tegen, en dan wisselen we de laatste nieuwtjes over de buurt uit. Altijd gezellig. We weten intussen alle beschutte warme plekjes in de straat te vinden om lekker even bij te mauwen, en voordat ik er dan erg in heb wordt ‘t alweer licht en is ‘t de hoogste tijd om m’n personeel wakker te tetteren.

Dutje

Als m’n personeel uit bed is en aan de koffie zit, heb ik al lang de grote poetsbeurt achter de poot en duik ik in het lege grote bed om lekker een dutje te doen. Want na een nachtje buiten is ‘t altijd heerlijk om met ‘t ontbijt achter de kiezen even wat tijd voor mezelf te nemen. En als ik dat gedaan heb is m’n personeel ook weer schoon en hebben ze hun nachtvacht voor de dagvacht omgeruild, dus dan is het speeltijd.
Daar heb ik niet altijd even veel zin in, maar ik wil m’n personeel toch ook niet verwaarlozen dus even een uurtje actie in huis. Ze gooien dan balletjes door de gang heen, waar ik achteraan ren. Het duurde even voordat ze doorhadden dat ze die balletjes dan ook weer zelf moeten opruimen, want ík breng ze toch écht niet terug.
Of we gaan met de vis spelen, die aan een elastiek aan ‘t plafond hangt. En elke keer als ik met die vis m’n personeel weet te raken zodra ik ‘m loslaat scoor ik een punt. En als ik de vis vang scoor ik ook een punt, dus meestal win ik dat spel. Maar ik ben ook de beroerdste kater niet en soms laat ik hullie winnen. Worden ze altijd blij van, en dan weet ik gewoon dat ik een paar snekkies krijg als troostprijs. Dus eigenlijk win ik altijd, zelfs als ik verlies.

Nadenken

Knuffeltijd is altijd wel de hele dag door, zeker als er even geen brokjes verdiend hoeven te worden. Meestal ben ik daar wel voor te vinden en dan lig ik op ‘t grote bed of in de vensterbank als ik aaien of knuffels wil hebben, of gewoon lekker op de bank of in een luie stoel. Plekjes waar m’n personeel makkelijk bij me kan komen.
Maar soms heb ik ook wel ‘s even geen zin in al die aandacht omdat ik druk bezig ben om over dingen na te denken, of nog even wil dutten. Ik ga dan lekker in m’n mandje onder ‘t bed liggen, of op de benedenverdieping van m’n rieten villa. Dat zijn precies de plekjes waar m’n personeel niet zomaar bij kan komen om me te storen, want ze zijn allebei geen twintig meer en ze kraken als ze door de knieën gaan, dus dat zullen ze niet zo snel doen. Ze zien me vanzelf wel weer verschijnen als ik klaar ben voor de volgende portie aandacht of wil spelen, want ík weet ze altijd wel te vinden in m’n huis…

Stevige poot en zachte kopjes,

Joep

Mila en het bontje

Lieve allemaal, folgens mij kaalender is het winter en dat is ook echt zo. Pas was ik buiten en toen deed het weer zo heel raar met flokken en zo. En toen was er ook inees zon waarvan ik dacht dat het lente was geworre maar dat is niet zo. Het is nog stees Januwarie en het is nog stees winter.

Vanmorgen toen ik wakker werd deed ik eerst eefe rekken en gaape. Ik had op ooma’s bed geslaape en dat is altijd warm. Toby ligt er ook en soms kruip ik tegen Toby aan. Ooma was al wakker en zij was saame met Toby al naar het ontbijt gegaan. Ik nog niet.
Ik zat nog op bed een beetje suf te gaape en naar buiten te kijken. De zon was er al wel en de lucht was zo heel mooi blauw. Het was een zachte lichtblauw dat later op de dag dan overgaat naar helder donkerblauw met de zon in het midden. Het foelde goed en ik had zin in mijn dag. Nog eefe één grote rek en gaap voordat ik naar beneden ging.

Moes

Daar stond mijn moes al klaar in een schaaltje op mijn paal naast mijn brokken en water. Eerst at ik altijd saame met Bram in de keuken maar dat tafeltje is er niet meer en Bram is een ster geworden. Ooma bedacht dat het best op mijn krabpaal kon en dat is ook zo. Het past allemaal prima. En ik heb genoeg ruimte om te spelen of te dutten en al mijn speel muise liggen ook op de paal dus het kan best. Het was moes van goermet met zallum smaak. Dat vind ik zo heel erg lekker. Ik zou nooit de fisjes in de akwaariejum kunnen opeten hoor maar een moesje van goermet vind ik de smaak wel zo heel erg lekker.
In de ochtend vind ik het zo heel erg fijn dat mijn ontbijt altijd klaar staat. Nou ja meestal dan. Soms vergeet ooma dat en dan doe ik zo heel hard mauwen. Ze zegt dan dat ze mij nog niet beneden had verwacht omdat ik ook zo heerlijk lag te slaape. Misschien heeft ze daar wel gelijk in. Soms slaap ik een beetje uit maar vandaag niet.
Vandaag was ik op tijd wakker en mijn ontbijt had ik zo heel erg lekker gevonden. Ik smikkel het meteen op als ik het zie. Als poesedame probeer ik zo altijd heel netjes te eete maar soms lukt dat niet. Tijdens dat ik zo lekker aan het smakken was bedacht ik me dat ik zo heel graag eefe naar buiten wilde. De zon was er al een beetje en ik was er bijna klaar voor om eefe te zonnebade.

Koud

Na drie hapjes zat ik helemaal vol en bewaarde ik de rest voor straks. Nu eerst naar buiten. Ooma weet dat ik na mijn ontbijt graag naar buiten ga dus zij stond al klaar bij de deur. Ik sprong van de paal af op de grond om lekker eefe naar buiten te gaan. De deur ging open en ik rende naar buiten. Het was een soort spurt. Toen stond ik buiten stil. Mijn neusje snofte de lucht op en mijn snorhaartjes bewogen mee. Ik foelde de zon wel een beetje maar ik foelde ook iets anders. De kou! Mijn neusje foelde een hele sterke koude lucht en mijn snorhaartjes trilde ervan. Onder mijn pootjes foelde ik zo een heel erg koude tegelvloer. Ik stapte om te kijken of het ergens anders beter was maar dat was niet zo. Brrr… Ik foelde overal zo heel erg veel koude dingen. Koude lucht, koude pootjes, koude neus en snorhaartjes en zelfs mijn achterwerkje foelde de koude wind.

Bontje

Ik bedacht me geen seconde meer en spurtte terug naar binnen. Ooma stond nog bij de deur op me te wachten, Kom maar gauw meisje. Daar deed ik geen secondes over hoor, ik was zo binnen. Alles was zo heel koud en ik wilde me meteen eefe warmen. Ooma pakte me op en zette me op de stoel neer.
Op de stoel lag een heel zacht iets. Ze noemt het een bontje van haar jas. Het is een nepbontje want ooma wil geen echte. Toen mijn pootjes het bontje aanraakte, ging ik meteen in trappel modus. Ik deed automatisch trappel trappel en ook de prrrr kwam erbij. Dit was zo heerlijk zacht en warm en vooral weer zacht. Ik moest gewoon eefe trappelen. Daarna draaide ik zo dat ik helemaal op het bontje lag. Eén voorpootje stak er nog uit maar de rest lag lekker warm onder mijn lijf op het bontje. Ik moest eefe bekoome van de kou.

Warm

Ik had niet verwacht dat het echt zo koud zou zijn. Maar dit bontje, dat was zo warm en ik heb daar vandaag de hele tijd opgelegen omdat ik het zo heel fijn vond en zo lekker warm. Ik vind alleen dat ooma een grotere bontje moet halen voor mij want dit is een beetje te klein. Mij adfies voor vandaag: Doe foorzichtig als je naar buiten gaat, het is koud! Je pootjes kunnen zo befriese en dat wil je niet. En als je een bontje hebt, ga lekker op je bontje eefe trappelen, dat is goede teraapie voor de kou. Dan ben je de kou zo kwijt! Ik geef zo heel veel warmte neusjes zodat de kou er minder is.

Poot getekend, mienister van zachte (en brrrr koude ) zaake,

Milamuis

Belle over ondeugend zijn

Ik, Belle ben ook een keer ondeugend geweest En volgens mijn vrouw was die ene keer meteen genoeg voor mijn hele leven.
Ik zelf vind het heel erg meevallen.

Het was zo´n dag dat het buiten regende. Ik was naar buiten geweest en al helemaal nat naar binnen gekomen. Vrouw wilde me met een handdoek drogen en daar ging het al mis want dat wilde ik helemaal niet.
Ik wilde dat het stopte met regenen zodat ik weer lekker naar buiten zou kunnen. Maar jammer genoeg stopte de regen maar niet en moest ik me binnen maar gaan vermaken. Maar ja vermaken… ik had gewoon slechte zin.
Vrouw zat aan tafel met de laptop, daar omheen lag haar pakje sigaretten met aansteker, de asbak, een kommetje met dropjes, pen en schrift, haar telefoon die aan de oplader zat en nog veel meer.

Van schoot af

En onze tafel staan vlakbij de vensterbank aan waar veel planten op staan.
Omdat ik niet naar buiten mocht en slechte zin had wilde ik bij vrouw op schoot zitten… het mocht al was het moeilijk want dan zat ze te ver van de laptop af. Maar goed ik zat op schoot en begon aan de knoopjes van haar blouse te bijten en te trekken. Daarvoor kreeg ik al wat waarschuwingen en opeens moest ik van haar schoot af. Nou nou, zo erg was het toch niet.

Kabel

Ik besloot op tafel te springen en achter de laptop te gaan zitten… zo kon ik vrouw bekijken maar ook naar buiten kijken dat was wel zo gemakkelijk.
Alleen vond ik er niets aan, alleen maar zitten en niks doen want uiteindelijk was ik nog boos.
Toen vond ik het tijd om wat van de tafel te laten mieteren… de aansteker en meteen erachter aan haar pakje sigaretten. Nog niet genoeg dus ook maar de pen en het schrift. Ik was goed op dreef.
Vrouw zuchtte en begon alles van de grond op te rapen en toen vond ik dat de asbak er ook nog wel achteraan kon. Ik hoorde alleen maar BELLE want ze vond het niet meer zo leuk.
Eindelijk had ze alles opgeruimd en zat ze weer achter de laptop toen ik me bedacht wat er zou gebeuren als ik het kommetje met dropjes van de tafel zou wippen. En echt waar het kostte me wat meer moeite maar daar ging het kommetje met dropjes en doordat ik me moest draaien vloog er ook nog een plant van de vensterbank!!
Toen ben ik maar snel naar boven gerend want vrouw werd nu wel heel boos… nog bozer dan ik was.
Ik hoorde haar zeggen: ‘Als jij slechte zin hebt tot daar aan toe maar nu maak je het wel heel bont en als je niet oppast dan verkoop ik je.’
Ik bleef boven zitten en toen het stil werd ben ik voorzichtig beneden gaan kijken. Vrouw zag me en vroeg of mijn slechte zin over was? Nou eigenlijk nog niet helemaal maar ik wist dat ik me even gedeisd moest houden.
Ik ging liggen op de stoel naast vrouw en toen zag ik het.
Er hing een lange kabel op de grond (de kabelaansluiting van de telefoon)
en ik vond dat die er ook aan moest geloven.
Vrouw had niets in de gaten en toen ze opeens keek gaf ze een gil, ik schrok daar zo van dat ik meteen weg rende.
En ze riep nog van: ‘ben je nou helemaal besodemieterd!”
Ik had de kabel doorgebeten op 2 plekken terwijl hij in het stopcontact zat.

En toen vond ik dat mijn vrouw eigenlijk wel gelijk had… deze ene dag ondeugend zijn was meteen genoeg voor mijn hele leven.

Liefs Belle

Japie: toeval bestaat wel

Welke vierpoter kent het niet, een bezoek aan witjas voor een APK: De Algemene Periode Keuring. Je weet wel, dat je ongevraagd bekeken en betast wordt op plekken waar jij dat helemaal niet wilt. In je oren, om te horen of je wel goed kunt luisteren. In je bek, want ze willen weten of je brokken kunt laten kraken. Onder je staart om te kijken hoe het gesteld is met je toiletgewoonten.

Allemaal privéaangelegenheden vind ik. Ook luisteren ze met een koud ding naar je hart. Natuurlijk klopt die als een razende, want anders kun je niet houden van. Al is dat op dat moment misschien even iets minder, omdat je er in geluisd bent met valse voorwendselen. Maar het ergste vind ik toch wel wanneer die handen je buik betasten om te weten hoe je eet. Even langs die ribben, even knijpen in je speklaagje. Zo gênant. Met tot slot – de grootste horror – dat je in je blote niksie op het apparaat moet gaan staan die er getallen uit tovert. Die cijfers zijn nooit goed. Of ze zijn te groot. Of ze zijn te klein. Met tot slot het vernederende oordeel, zoals in mijn geval: Japie is wat aan de dikke kant.

Zondagse gewoonte

Omdat bij ons thuis iedereen verkeerde getallen heeft, staat er tot grote ergernis van ons alle drie zo’n monsterlijk apparaat in huis. Iedere zondag – na het lezen van de letters van Kever – komt het uit de kast en moeten wij er aan geloven. Dat afschrikwekkende ding blijft er net zo lang staan tot iedereen aan de beurt is geweest. Ik kan jullie miauwen dat dat de zondagse sfeer best kan verprutsen. Vooral omdat mijn tante Cato alles uit diezelfde kast trekt om aan dit wekelijke moment te ontkomen. Zij is van mening dat het voor dames extra gevoelig ligt om in het openbaar gewogen te worden. Ik furtel maar niks over mijn vernederende ervaringen bij witjas. Dat gaat ze toch niet snappen. Daarvoor is het gat in de cijfers tussen ons te groot.
Misschien moet ik erbij miauwen dat ons mens nooit iets zegt over de cijfers die ze ziet staan. Ze is altijd enthousiast en zegt dat we het supergoed doen als we er uit ons zelf op blijven staan. Bij stil zitten, geeft ze zelfs extra complimenten. Na afloop komt de grote beloning, snoepjes. Stiekem verdenk ik ons mens er van dat het aantal kipsnackjes dat je krijgt, afhangt van de getalletjes die ze even daarvoor heeft gezien. Maar dat kan ik niet factchecken, omdat ze nooit vertelt wat er staat. Dat briefje waar ze alles op noteert, moet ik toch eens in poten zien te krijgen.

Bijzonder moment

Tot die ene keer. Het is al weer even geleden, een maand of twee ofzo. Ik hoor jullie namelijk al rekenen. En naar het cijfer kijken op de foto. Die is speciaal gemaakt voor bij dit furhaal. Het is van de laatste keer dat ik op de weegschaal stond, gisteren dus. Het is maar goed dat er geen veren in het apparaat zitten. Anders waren die misschien wel gesprongen, nadat ik erop gesprongen was. Maar goed, even terugkomend op die ene keer. Mijn broer ging eerst.
‘Goed gedaan hoor Foppe’, prijst mijn mens en geeft hem een kipsnackje. Of twee, dat kon ik niet zo goed zien. Het water droop al uit mijn bek, zoveel zin had ik in wat lekkers. Omdat tante Cato binnen pootbereik was, zwaaide Mo haar direct daarna op de schaal. ‘Wat een toeval’, hoorde ik haar mompelen. Ook tante Cato werd beloond. Popelend wachtte ik op mijn beurt. Dansend stond ik op het weegding, wetende waar ik het allemaal voor doe. Lachend hield Mo me vast. ‘Wel stil blijven staan, Kleine Rakker, anders blijven de getalletjes ook dansen.’ Even bleef het stil. Haar gezicht een en al verbazing. Smachtend keek ik haar aan, wachtend op mijn beloning. Toen pakte ze bus en strooide rijkelijk snackjes in het rond alsof het feest was. ‘Dit is zo’n toevallig moment,’ jubelde ze, ‘hoe vaak komt dit nou voor?! Jullie wegen alle drie anders en toch hebben jullie allemaal dezelfde cijfers. Een nul, een drie, een vijf en een zeven. Zo bijzonder!’
Waarschijnlijk had ik toen beter niet zo kunnen schransen, want sindsdien vliegen de winterse onzen er aan. Een ons per week ongeveer, dus reken maar uit, wat ik toen woog.

Koppie van Japie