Alle berichten van Chef

Kever heeft een mening over koorts

Ongefeer een week geleeden moest ik net nadat ik had gegeeten overgeefen, dat gebeurde in het gangetje, ik at gewoon de brokjes die nog helemaal heel waren weer op, totdat ik mijn vrouw hoorde zeggen Ah Keef, wat ben jij nou aan het doen?, ik dacht Wat denk je?, maar liep wel snel naar binnen omdat ze nieuwe brokjes in mijn bakje deed, en die find ik toch lekkerder.

Aaien

Weer een paar daagen later moest ik in de ochtend overgeefen, daarna foelde ik me prima en ging naar buiten, een paar uur later kwam wéér alles uit mijn buik naar buiten, er zat een grote spriet gras in, mijn vrouw belde de dokter en die zei dat ze mij in de gaaten moest hauden, maar ik foelde me heel normaal.
Pas aan het einde van de middag, toen ik nog een keer en nóg een keer en nóg een keer over moest geefen foelde ik me niet fijn meer, ik kroop in mijn mand en had pijn in mijn buik, ik bewoog me niet meer en ik wilde niets eeten, ik wilde ook geen knuffels of aandagt, ik was alleen nog maar ziek, mijn vrouw aaide me, ik moest er van kreunen, en draaide me van haar weg.
Ik merkte wel dat mijn mensen heel druk deeden en dat er paniek was, maar ik kon niet eens meer prootesteeren toen ik in mijn reistas werd gezet, daarvoor foelde ik me te ellendig, maar onderweg heb ik de hele tijd getetterd dat ik het er niet mee eens was.

We kwamen bij een gebouw dat ik wel ken (ik fond er forige keer ook al niks aan om daar te zijn) en na een tijd mochten we naar een dokter, hij foelde aan mijn buik, ik gromde en piepte van de pijn, daarna kreeg ik zomaar een of ander ding in mijn bips, nau ja!!, de dokter zei dat ik koorts had, hoe hij dat wist snap ik niet, en ik kreeg een prik, gelukkig mocht ik toen weer in mijn tas, want anders was ik echt van die taafel gesprongen en zelf naar huis geloopen!

Weer thuis

Toen we na een hele lange tijd in de trem weer thuis waren klom ik uit mijn tas en ging languit op de grond liggen, ik moest keihard spinnen, zo blij was ik dat ik weer thuis was, ik kreeg heeeeeeeel veel knuffels en kusjes, mijn man kamde me zachtjes en ik bleef maar brom…brom…brom… doen, ik was zo opgelugt!, mijn mensen legden me uit dat ik nu moest gaan eeten en niet meer over mocht geefen, als ik weer moest spuugen moest ik terug naar dat ziekenhuis voor dieren, dat snapte ik wel maar ik had echt geen honger, mijn buik deed nog steeds pijn en ik was keimoe van alles wat ik had meegemaakt.

Ik heb de rest van de afond geslaapen, mijn mensen kwamen steeds naar me kijken, en ik kreeg allerlei lekkers voor mijn neus gezet, het rook allemaal heerlijk en toch had ik er geen zin in, pas om twee uur in de nacht dacht ik dat ik wel weer iets zau lusten en heb ik natvoer en brokjes gegeeten, zooo heee en dat ging gewoon!, ik had geen pijn in mijn buik en ik was niet meer misselijk!, ik heb een paar keer een paar hapjes gegeeten terwijl mijn mensen zeiden dat ik zo een grote tijger was, en toen zijn we met zijn drietjes gaan slaapen, we waren alledrie helemaal moe.

Gelukkig hoefde ik niet meer te spuugen en foelde ik me elke dag weer wat beeter, ik had nog wel veel ekstra knuffels noodig en mijn mensen hadden ekstra aandagt van mij noodig, dat merkte ik wel, als ik sliep kwamen ze steeds kijken, en als ik at stonden ze ook te kijken, ikzelf liep mijn mensen steeds achterna en zo waren we alledrie op elkaar aan het passen, dat foelde feilig.

Eeten

Ik lust alles weer!!

Mijn vrouw moest vaak heel erg zuchten als ze mij knuffelde en ze legde me uit dat dat kwam omdat Bolle een ster was geworden nadat hij zo moest overgeefen, en mijn mensen waren bang dat ik hetzelfde had, ja dat snapte ik, maar gelukkig ben ik weer gewoon Kever die rent in de tuin, die keigoed veeren kan fangen, die altijd meer eeten wil en die fijf keer per nacht muziek maakt voor knuffels, daar mopperen mijn mensen soms over maar ze zijn fooral blij dat ik me weer goed foel en dat we met zijn drietjes zijn, ik ook natuurlijk, want daarom maak ik zoveel muziek: om te fieren dat alles weer goed is.

****

Ik zwaai naar een nieuw sterretje, het is ⭐️ Mio, en ik stuur mevrouw Kim heeeeeel veel zachte kopjes.
En ik blijf ook doortetteren voor vreede!!

Joep kreeg een vreemde cactus

Toen ik op mezelf ging wonen kreeg ik een mandje van m’n personeel. Maar die heeft een hele tijd staan verstoffen, omdat ik van huis uit helemaal geen mandjes gewend was en er, in m’n eigen huis, dus helemaal niet naar om keek. Ik lag de eerste dagen veel liever naast die mand, op een kussentje onder de eettafel. Dat kwam omdat ik nog een ienieminibeebiekatertje was en niet doorhad hoe ik zelf op de grote bank kon komen. Want dat leek me een heerlijk plekje, maar ik durfde toen nog niet te springen…

Als m’n personeel op die bank zat tilden ze me er ook op, om in hun armen geknuffeld te worden. En soms viel ik dan bij ze in slaap als ik moe was van het spelen en ‘t ontdekken in m’n huis. Maar het gebeurde ook wel ‘s dat ik helemaal geen zin had om te knuffelen, en dan ging ik op een ander plekje op de grote bank liggen. Het duurde dan ook niet lang voordat ik een blauw-wit dekentje kreeg, dat wel 4x werd dubbelgevouwen en ingestopt tussen de kussens van de bank. En dat werd míjn plekje in de woonkamer.

Een zak

Na een tijdje ontdekte ik dat ik in m’n eigen huis ook kon klimmen, en vanaf toen sloeg ik gewoon m’n nageltjes in de bank of ‘t beddengoed en klom dan pootje voor pootje naar boven. Zo kon ik zelf uitmaken waar ik wilde gaan liggen, en dat beviel me prima. Klimmen deed ik ook veel liever dan springen. Dat vond ik gewoon een beetje eng, omdat ik niet wist wat ik aan ‘t eind van m’n sprong zou tegenkomen. Maar als ik gewoon op m’n gemakkie naar boven klom, kon ik altijd eerst even kijken of het daar wel interessant genoeg was om te gaan zitten of liggen. En of dat er misschien iets nieuws te ontdekken was.
‘t Duurde dan ook niet lang voordat m’n personeel met een enorme grote zak thuiskwam, die ze aan het plafond naast de bank ophingen. Daar kon ik naar hartelust in klimmen vertelden ze vol trots, maar ik vond het een doodeng ding want hij zwieberde van links naar rechts en van voor naar achter toen ik er de eerste keer in wilde klimmen…

Cactus

Gelukkig had m’n personeel dat al snel opgelost, en kon ik vanaf de vloer helemaal tot aan het plafond naar boven. En zo ontdekte ik dat je op grote hoogte veel meer uitzicht hebt om van alles goed in de gaten te kunnen houden.
Om een lang verhaal wat korterderder te maken, vorig jaar werd er ineens een hele grote doos bezorgd en is m’n personeel een tijdje bezig geweest om de inhoud daarvan in elkaar te zetten. Maar uiteindelijk stond ‘ie er, m’n eigen cactuskrabpaal. Van de vloer tot aan het plafond, met plankjes om op te zitten, en bijna bovenin een soort mandje. Dit leek een klimpaal 2.0, en een hele mooie aanvulling op m’n eerdere lange klimpaal.
Maar om heel eerlijk te zijn, ik moest er echt wel even aan wennen. De cactus staat naast de tuindeur, en geeft een prima overzicht van de woonkamer, de keuken en een stukje tuin. Alleen ‘t weiland kon ik, sinds de schutting met de buren er staat, niet meer zien. En dat was dan wel weer jammer. Eigenlijk had ik ‘m zelf liever aan de andere kant van m’n woonkamer gehad, pal naast het grote raam, maar dan zou de deur van de kast van m’n personeel niet meer open kunnen…
Toen de zomer zo’n beetje voorbij was en het wat kouder werd ben ik dat mandje ‘s gaan uitproberen, omdat ik al gemerkt had dat het boven in die cactus warmer was dan helemaal beneden op de vloer. En eerlijk? Vanaf dat moment was ik niet meer uit dat mandje te krijgen…

Mandje

Nou heeft mijn personeel weinig mauwtjes nodig om me te snappen, dus het kleedje in de vensterbank in de slaapkamer werd ook vervangen door een mandje. En dat ligt me toch heerlijk! Ik kan vanaf de ochtend tot ergens in de middag heerlijk in de zon liggen, als die tenminste weer ‘s wil schijnen. En ‘t is een kattastische werkplek als ik straatcontrole vanuit huis heb, want ik zie alles en iedereen voorbij komen. En ‘t grote voordeel is dat hoe ik me ook in dat mandje draai en uitrek, ik kan er niet uitvallen omdat m’n oude krabpaal met twee verdiepingen er tegen aan staat. M’n personeel gebruikt de bovenste plank van die krabpaal om op te hangen als we samen naar buiten kijken, of als ik even tijd en zin heb om met ze te knuffelen of te spelen. En als ze op jacht zijn geweest zie ik precies wanneer ze weer thuiskomen en kan ik op m’n gemak naar de voordeur wandelen om de tassen te inspecteren. Want ook dat moet nog steeds gebeuren.

Werkplek

Sinds een weekje heb ik in de vensterbank in de woonkamer nu ook mandje staan. Eentje van takken, dus die rekt niet mee als ik m’n poten strek. Maar er ligt een lekker zacht zwart dekje in, dus ook die heb ik goedgekeurd. Tot verbazing van m’n personeel, want ze lieten het kleedje waar ik altijd op lag onder de mand liggen zodat ik nog kon kiezen . Ze hadden nooit gedacht dat ik ooit nog ‘s een mandjeskater zou gaan worden, en nu heb ik er zelfs drie in huis, waar ik graag gebruik van maak.
De mand in de slaapkamer is nu m’n werkplek geworden, die in de woonkamer is om te relaxen met uitzicht op m’n tuintje, het achterpad en ‘t weiland, en m’n cactusmand is de plek waar ik ga liggen als ik eigenlijk niet gestoord wil worden. Hij hangt zó hoog, dat Mamarazzi Junior een krukje moet uitklappen om op te gaan staan, en dan kan ze nét over de rand kijken om te aaien en natuurlijk weer foto’s te maken. Senior kan er wel gewoon bij want die is een stuk langer, maar ik maak ze altijd wel duidelijk als de aaitijd om is, want dan tik ik met m’n poot tegen hun hand en dan weten ze al genoeg. Maar dat was gewoon een kwestie van m’n personeel goed opvoeden…

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Mila en de sinaasappels

Lieve allemaal, het is nog stees winter maar ik merk elke dag dat de zon stees meer komt. Binnekort is het dan echt lente want de maand Januwaarie is bijna om en dan is het nog maar twee maanden tot de lente er is. Zelf kijk ik heel erg uit naar de lente want dat vind ik zo heel erg fijn. Ik hou van de zon en de zonnestraale en ik vind dat alles nou wel een beetje te lang duren. Van mij mag het altijd wel lente of zomer zijn.

Boodschappen

Nou is het in de avond nog donker en al heel vroeg zelfs. Ik heb mijn avondeten nog niet op of de zon is alweer weg. Voordat ik mijn avondeten krijg gaat ooma met mijn vrouw vaak nog eefe boodschappen doen om te zorgen dat alles in huis is. Dat is niet elke dag hoor maar een of twee keer in de week. Nu was ze wel met mijn vrouw boodschappen wezen doen en kwam ze thuis met tassen vol.
Dat vind ik zo heel erg gezellig want ik wil altijd graag meekijken naar welke boodschappen ze hebben gehaald. En dan zie ik ook meteen of er iets voor mijn leefeswerk bij zit want ik snoep zo heel graag. Ik lust echt bijna alles. Van soepje tot sneks en van moes tot likwitsnek. Mij bek vind alles lekker en ik ook.

De eerste tas die mijn ooma en vrouw leeg maakte zat vol met pakjes met vlees op een schaaltje. En dan heb je roodvlees en kip maar geen vis op een schaaltje. Dat doen hun niet op de brood. Dat hoeft ook niet want ik heb het liefer in mij bek. Er kwamen ook vierkante pakken uit die ook lang waren. Mij vrouw zei dat dat melk was. Dat heb ik wel eens gehad en dat lust ik wel maar ik krijg het eigenlijk nooit meer. Als ik iets van melk of zo krijg dan is het joggurt en dat vind ik wel zo heel erg lekker. Dat zat trouwens ook in de tas, van die pakjes met verschillende smaken joggurt.

De tweede tas was volgens mij zo heel erg zwaar want dat deden mijn ooma en vrouw met z’n tweetjes tillen. Daar kwamen grote flessen uit met een donkere kleur en eentje die helemaal doorzichtig was. Het was ooma’s vitamine water zoals ze dat zegt. En het water heeft ook nog eens bubbeltjes. De donkere fles heeft ook bubbeltjes en die is voor mijn manspersoon. Het is koola zeeroo en dat drinkt hij graag. De bubbeltjes zelf vind ik heel erg eng. Ze prikken in mijn neus en dat vind ik geen fijn gefoel. Alsof er heel veel mini prikjes in je neus komen.

Sinaasappels

Daarna kwamen er nog meer tassen die niet zo zwaar leken. Mijn vrouw kwam de kamer binnen met twee netjes aan haar handen. De ene waren oranje ballen en de andere groene. Dat waren de appels en de sinaasappels. De sinaasappels gingen meteen in de fruitmand en die staat op het kleine tafeltje voor in de kamer. Daar kan ik zo heel makkelijk bij want dat tafeltje is niet zo hoog en ik hoef dan niet zo hoog te springen. Soms ga ik op het tafeltje voor aandacht omdat ze me dan van de tafel afpakken en dan krijg ik knuffels. Maar nu waren ooma en mijn vrouw nog stees bezig met het uitpakken van de tassen want er waren best veel tassen. Er was een ook blauwe pak en die ken ik heel goed want daar komt mijn bak vulling uit. Dus dat is fijn dat er weer een pak is. Dit keer zaten er geen kleine moesjes in de tas van ooma. Misschien haalt ze die morgen wel. Mevrouw Bram hier: Mila komt niks te kort, er is genoeg aan brokjes en snackmateriaal maar dit meisje denkt altijd dat er te weinig is!

Prikken

Ooo dat was mijn vrouw. Heb je de sinaasappels gezien? Ze ruiken raar en het prikt een beetje in mijn neus. Oh en wat mijn vrouw zegt dat klopt zo helemaal niet hoor. Ik doe alleen maar een tjek om te kijken wat er allemaal is. Ik vind het zo heel belangrijk dat er van alles is en dat er dat dan ook is. Zoals de sinaasappels. Zelf lust ik ze niet maar er moeten er wel genoeg zijn want mijn manspersoon doet ze in een glas en mijn ooma eet ze zo op. En als je dan maar een of twee sinaasappels hebt dan gaat dat niet. Nou zijn er zes sinaasappels en dat is wel genoeg.
Zit er helemaal geen moesje in de tas of een likwitsneks? Ik moet eefe gaan tjekken hoor. De sinaasappel tjek is eigenlijk een afleiding om te kijken wat mijn ooma allemaal gekocht heeft en zo weet ik wanneer ik weer om sneks kan vragen.
Zo vind ik de boodschappen tjekken altijd erg leuk omdat ik dan van alles ruik en zie en ook weet wat er is. Doen jullie dat ook? Of maakt het niks uit wie thuis de boodschappen tjekt?

Voor nu een zacht kopje en een tetter voor freede want die gaat er komen.

Poot getekend, mienister van zachte zaake,
Milamuis

Dopey en de vissen

Toen ik pas hier kwam wonen was ik nog heel klein een echt ukkepukkie. Ik had het erg druk met alles verkennen en dan alleen maar wat laag bij de grond was. De anderen sprongen met gemak op het aanrecht of op de hoge kast en dan kon ik alleen maar toekijken en hopen dat ik dat op een dag ook zou kunnen. Maar zover was ik nog lang niet.

Water

Op een dag toen ik lekker bij vrouw in de armen lag te knuffelen zag ik het.
Op het aan recht stond een glazen bak met water en er brandde ook een
lampje in… echt heel mooi om te zien.
Dus ik lag ernaar te kijken en begon wat slaperig te worden en toen opeens zag ik het… er bewoog wat heen en weer in de bak met water.
Ik was meteen klaar wakker en ging rechtop zitten en kijken.
Vrouw had meteen in de gaten wat ik gezien had en ze zei: `Dopey, dat zijn onze visjes, daar kun je niet aan komen want de bak is helemaal dicht.`
Ze zette me op het aanrecht zodat ik de visjes goed kon bekijken.
Echt waar ik zag ze van alle kanten, de voorkant, achterkant en zijkanten, overal waar ik keek zag ik de visjes zwemmen.
Toen een visje dichterbij kwam tikte ik met een poot tegen het glas hihihihihihi
volgens mij was hij geschrokken want echt waar pijlsnel schoot hij de andere kant op. Dat spelen met die visjes vond ik wel een leuk spelletje.
Niet heel lang daarna kon ik klimmen en zelf op het aanrecht komen.
Die visjes bleef ik toch wel heel erg leuk vinden.

Bak

Op een dag zei vrouw tegen me: `kom Dopey we gaan de vissenbak schoon maken.`
Vissenbak schoon maken? Dat was iets heel nieuws voor mij en natuurlijk wilde ik vrouw wel helpen ermee… maar wat moest ik doen?
Nou het was eigenlijk heel eenvoudig, ik moest de visjes bewaken.
Vrouw haalde de visjes uit de bak en deed ze in een kom met water en die kom zette ze op tafel.
Ik moest erbij gaan zitten en opletten dat de visjes niet uit de kom sprongen.
Als ze uit de kom sprongen mocht ik ze niet opeten maar moest ik ze in mijn bek pakken en terug in het water doen!! Nou dat was een makkie toch?
Terwijl ik op de tafel naast de kom met visjes zat maakte mijn vrouw op het aanrecht de bak schoon.
Ik kon de visjes zien zwemmen en dronk eens van het water…..nou niks geks aan de hand met dat water. Dan maar eens kijken of ik een visje met mijn poot kan aantikken misschien springt hij dan wel uit het water.
Neeeeee bah dan krijg ik een natte poot en dat wil ik niet.
Dus ik besloot om maar netjes naast de bak te blijven zitten en alleen maar te kijken.
Toen vrouw klaar was met het schoon maken van de bak kwam ze de kom pakken. Eerst kreeg ik heel veel complimenten omdat ik zo goed opgelet had nou dat vond ik wel tof.
Samen met vrouw heb ik toen de visjes weer in hun bak terug gedaan.
Vanaf die tijd hielp ik vrouw altijd met het bewaken van de visjes als ze in de kom op tafel stonden. En vrouw? Die was helemaal trots op mij.

Liefs Dopey

Japie: wie wil er een stukje Japie

Mijn letters voor deze keer zijn heel simpel. Het is een vraag. Een vraag die wellicht vragen oproept. Wees gerust, ik zal ze allemaal in dit furhaal beantwoorden. De vraag is: Wie wil er een stukje van mij hebben?

Rustig, rustig, niet allemaal door elkaar miauwen. Ik zal eerst vertellen waarom ik dit vraag. Eerlijk gemiauwd gaat dat al eventjes terug. Naar Oom Bert om purcies te zijn. Onze nestor waar ik ieder donker met veel liefde naar zwaai. Oom Bert wilde best graag een Meen Koen zijn. Van binnen voelde hij zich denk ik ook zo. Een heuse leeuw met woeste manen, grote voeten en een brul waar een huistijger jaloers op zou zijn. Oom Bert had alles in zich om zich een Meen Koen te voelen. Alleen die lange manen ontbraken.
Toen hij op een frisse najaarsdag zo’n anderhalf jaar geleden liet weten dat hij het een beetje koud had, keek ik eens goed naar mijn vacht en dacht ‘die jas is groot genoeg voor Oom Bert en mij Saame’. Ik stelde het voor aan mijn mens. Ze woelde met haar handen door mijn zachte haren. ‘Het is heel genereus van je, jochie, om je jas te delen met Oom Bert. Maar op dit moment is hij nog niet dik genoeg. We moeten wachten tot het kouder is. Dan krijg je een wollige ondervacht en worden de haren bovenop heel lang. Dat geeft je gelijk tijd om een plan te maken hoe je zelf warm kan blijven als je geen jas meer hebt?’ Daar moest ik over nadenken. Want in mijn blote niksie naar buiten als het hartje winter is, is inderdaad niet zo’n goed idee.

Klittenbaal

Ik moest eerder een oplossing bedenken dan gedacht. Want het werd januari 2024 en het werd kkkkkkkoud. Mijn eens zo keurige jas veranderde in mum van tijd in één grote klittenbaal. Hoe meer ik me waste om mijn haren terug in de plooi te krijgen, hoe erger het werd. Mo kwam aan met borstels en kammen. Voorzichtig probeerde ze me te helpen om mijn eens zo mooie jas uit de knoop te krijgen. Al ging ze nog zo zachtjes te werk het deed al pijn zodra ze bij me in de buurt kwam.
Als vanzelf sloegen mijn stiletto’s uit en klauwden zich venijnig in haar handen. Ondanks de gaten in haar vel ging ze door. Toen moest ik wel mijn vlijmscherpe hoektanden inzetten. Het werd een gebed (en gevecht) zonder end.

Schaar

Er zat niets anders op dan het afknippen van mijn ooit zo lange lokken die inmiddels als vervilte ballen tegen mijn huid aan zaten geplakt. Met minuscule knipjes moest een ieniemienie schaartje het werk doen. Haartje voor haartje werd voorzichtig los geknipt, beetje bij beetje, tot uiteindelijk de hele klit los kwam. Ik moet erbij miauwen dat hier dagen per klit over heen gingen, omdat ik bij ieder knipje in de handen van de kapper beet. Handen die ik ook al in de klem had met mijn stiletto’s.
‘Zachtjes, Japie,’ zei de kapper steeds, ‘anders knip ik nog in je velletje en dan zijn we verder van huis.’ Het dreigement van witjas èn het vooruitzicht van kipsnackjes na iedere knipbeurt hielden me op de poot. Na weken, zeg gerust maanden, van knippen was mijn jas dusdanig gekortwiekt dat ik weer opgelucht kon ademhalen. De kou was toen allang voorbij. De sjaal voor Oom Bert van echt Meen Koenhaar zouden we in de zomer gaan breien, zodat die op tijd klaar zou zijn voor als het weer kil zou worden. Oom Bert heeft de halsdoek van mijn haren nooit kunnen dragen.

Suikerspin

Deze winter gebeurde het weer. De ene dag zit mijn jas soepel om mijn lijf, alle haren keurig gekamd. Een dag later trekt een hardnekkige mist op en binnen 24 uur tijd verandert mijn kapsel in een grote suikerspin waar de kapper van met de handen in het haar zit. De schaar doet opnieuw knip knip knip. De berg plukjes wordt met de dag groter.

Daarom de vraag: ‘Wie wil er een stukje Japie hebben? Bij iedere plukje is het net of je Oom Bert weer een beetje dichterbij kan voelen.’

Koppie van Japie