Alle berichten van Chef

Joep over zelfstandig worden

Nee, ik ga het vandaag niet weer over het weer hebben, want dat lijkt nog steeds niet op voorjaar. M’n personeel loopt te blaffen alsof ze een hele gesprekken met de nieuwe buurpuppy aan het voeren zijn en ze beginnen wat waterig uit hun ogen te kijken terwijl ze de leeftijd van snotneus toch al heel lang voorbij zijn. Dus ik denk dat het nu aan mij is om de taak van mantelzorgkater op me te nemen. Beetje extra aandacht geven, wat meer knuffels en kopjes, spinnen en dicht tegen ze aan liggen. Wedden dat ze zich dan na dit weekend weer een stuk beter voelen?
Gelukkig gaan ze nog wel de deur uit om brokjes te verdienen en op jacht te gaan naar eten, want dat moet natuurlijk wel gewoon door gaan. Net zoals ik nog steeds m’n inspectierondes doe, maar als die achter de rug zijn ga ik snel weer naar binnen want ik heb mantelzorgkaterwerk te doen. En vier poten plus twee oortjes om weer op te warmen.

Twee jaar

Tijd vliegt als ik zo druk bezig ben. Het duurt niet eens meer twee volle maanden voordat ik jarig ben, en over iets meer dan vier maanden woon ik alweer twee jaar op mezelf. In m’n eigen huis, met eigen personeel.
Natuurlijk was dat die eerste dagen even wennen, zo zonder m’n broertjes en zusjes. Soms vraag ik me wel ‘s af hoe ‘t met hun gaat. Zouden ze net zo’n leuk huis hebben als ik, ruimte om buiten te rennen, lekker eten en ‘n hele hoop knuffels krijgen? Zou ik ze herkennen als we elkaar ooit nog ‘s tegen komen?
M’n personeel vertelde dat het personeel van m’n moeder verhuisd is, dus ik denk dat zij ook niet meer in ‘t huis woont waar ik geboren ben. Maar ik weet niet of ze wel zo blij zou zijn als ik haar zou opzoeken, want hoewel ze heel lief was en ons als kittens veel geleerd heeft, vond ze ‘t op een gegeven moment toch hoog tijd dat we op eigen pootjes gingen staan. Ze ging ook steeds vaker op stap toen we niet meer bij haar kwamen drinken omdat we al beebiekitteneten kregen. M’n personeel vertelde me later dat dat er nou eenmaal bij hoort, bij zelfstandig worden.

Zelfstandig

En ik moet eerlijk mauwen, dat zelfstandig worden heb ik aardig onder de wolfsklauw gekregen hoor. Okee, af en toe moet ik m’n personeel nog wel wat bijsturen en trainen, maar ze leren best nog wel snel voor hun leeftijd. Al heeft het een tijdje geduurd voordat ze doorhadden dat het niet hun huis is, maar ‘t mijne. Maar tegenwoordig ziet iedereen die binnenkomt dat gelijk aan het aantal krabpalen, mandjes, kussentjes en speeltjes, die allang niet meer in de twee speelgoedmanden passen die ik heb. En niet te vergeten aan de haren die ik, ondanks regelmatig kammen en borstelen, graag achterlaat op de stoelen en tegen de dikke gordijnen in de slaapkamer. Want eerlijk is eerlijk, daar kan geen stofzuiger of rubber handschoen tegenop. Het is tenslotte míjn huis.
Maar ik probeer m’n personeel ook best tegemoet te komen door tegenwoordig m’n kattenbak nog maar zelden te gebruiken. Want waarom zou ik, als ik zo’n heel mooi groot weiland achter m’n huis heb? Bijkomend voordeel daarvan is ook dat andere katten nu kunnen ruiken dat ‘t mijn weiland is. ‘t Heeft even geduurd, maar ik heb m’n plekje tussen de buurtkatten inmiddels wel gevonden.

Enigst Kater

Hoewel ik het heel errug leuk vind om samen met m’n vrienden buiten te spelen, ontdekken en stoeien, ben ik altijd weer blij dat ik Bewust Enigst Kater ben gebleven in een huis waar ik de baas ben. Ik wil m’n personeel ook echt niet delen, en m’n eten en speeltjes ook niet.
Heel af en toe probeert één van de buurtkatten wel ‘s op bezoek te komen, en dan deelt m’n personeel snoepjes uit. Míjn snoepjes! En ik vind het op zich helemaal niet erg als ze over de vloer komen, maar ‘t moet niet te lang duren. Als de snoepjes op zijn zet ik een hoge rug op, en dan weet ‘t bezoek al dat ‘t tijd is om te gaan en verdwijnen ze door de voor- of achterdeur.
Daarna is ‘t weer heerlijk rustig in huis, en heb ik alle tijd voor knuffels, kriebels, kopjes en aaien. Of ik ga lekker in één van m’n manden liggen, die ik ook met niemand deel. Voor een dutje, of om plannen te maken voor als ‘t weer zomer wordt. En dat lukt altijd ‘t beste zonder gemauw van andere buurtkatten aan m’n kop.

Vrienden

Nou zul je misschien denken dat ik nooit bezoek wil, maar in elk kattenleven zijn natuurlijk uitzonderingen.
Zo is er de hond van de overbuurvriendin, die wel ‘s meekomt als zij op bezoek komt. Zij (de hond hè, niet de overbuurvriendin) mag best m’n bakje eten leegmaken als ik uitgegeten ben en m’n waterbak leegslobberen. We spelen daarna dan een paar keer verstoppertje, en dat win ik altijd sinds ik weet dat als ik hoog ga zitten ze me niet kan zien. Blijft leuk.
En dan is er m’n grote vriend waarmee ik elk weekend snekkies deel. Gezellig samen, als katers onder mekaar, de laatste nieuwtjes bemauwen. Soms ga ik ook wel ‘s naar hem toe, met een rolkoffer vol met snekkies, want hij heeft een hele mooie tuin waar heel veel te beleven is. Ik kijk daar elke week weer naar uit.
Werk en plezier zijn ook heel goed te combineren als een andere grote vriend op bezoek komt of ik naar hem toe ga. Hij heeft een eigen bedrijf waar ik graag een pootje in meehelp, en we bedenken dan onder ‘t genot van wat snekkies, plannen om samen met anderen de koelwagens weer vol te krijgen als ‘t feest seizoen weer begint. Ik heb al veel van ‘m geleerd op ‘t gebied van muizen vangen, want als ervaren kater draait hij daar z’n poot niet voor om.

Weilandfeest

En natuurlijk kijk ik er al naar uit om al m’n andere vrienden weer tegen te komen op m’n eigen Weilandfeest, dat dit jaar zeker gaat komen. Ik heb al wat plannetjes in m’n kop die ik nog verder moet uitwerken, maar daar heb ik alle tijd voor zolang het nog koud is buiten. En zolang de buurtkatten niet telkens binnen proberen te komen om m’n snekkies op te eten…

Stevige poot en zachte kopjes,
Joep

Mila over koude handen

Lieve allemaal, wat is het zo heel koud buiten. Pas was ik buiten omdat ik dacht dat het lente zou zijn wegens dat de zon er al een paar keer was, maar ik had het zo heel erg mis.
Het is was zo erg koud dat ik niet eens buiten kon graafe in de tuin. De grond was gewoon zo heel erg hard van het friese. Ik ben eigenlijk meteen weer naar binnen gegaan omdat het echt zo heel veel te koud was. Ik hoop dat de buiten vriendjes een warm huisje hebben waar het warm is want de winter is er nu toch echt zo helemaal.

Zon

Zelf ben ik een zonnepaneel zoals mijn vrouw dat zegt. Ik lig graag in de zon om op te laden en warm te worden. Dat vind ik het aller fijnst van de zon. Dan foel ik die warme straale op mijn lijfje en dan draait mijn motortje meteen volop. Eerst heel hard maar daarna zo heel zachtjes omdat ik dan bijna in een dut ben.
Het liefst heb ik de zonnestraale als ik bij ooma op bed lig. Daar zijn de straale het aller fijnst en het beste. Ooma heeft een speesjaal dekentje voor mij voor als de straale er zijn. Het is een flies dekentje en dat is super zacht en warm. Het flies kan ook warm worden de straale en als je het dan koud hebt dan is zo’n warm flies dekentje erg lekker aan je lijfje.

Fliesje

Pas lag ik boven bij ooma op bed te dutten. Ik had eerst gesnekt en gesnoept. Het was een likwitsnek met vissmaak omdat ik die het lekkerste vind. Daarna deed nog eefe water drinken en ik was ook nog op de bak geweest. Dus alles was klaar voor een fijne dut. Ooma had een schoon fliesje op bed gelegd die net uit de droger kwam. Dat is een masjien die fliesjes droogt maar ook andere dingen. Mijn fliesje was zo heel zacht en nog een beetje warm van de droger. De droger heeft warme lucht maar geen straale zoals de zon dat heeft.
Maar de zon kan wel warme lucht maken. Koel hé?! Je snapt dat ik dan wel meteen op dat fliesje wil liggen want die is nog lekker warm.

Soms rol ik me helemaal op tot een bal omdat ik dan zo heel lekker warm lig. En andere keren dan lig ik helemaal lang uit omdat ik dan zo heel fijn lig of de zonnestraale zijn er en dan wil ik overal zonnestraale voelen. Dit keer lag ik helemaal opgerold als een bal helemaal lekker knus en warm toen ik een stem hoorde.
Meestal droom ik van mijn liefe Kevermans in zijn tuintje maar nu was het geen droom. Ik hoor de stem van mijn vrouw. Ze was eefe op bezoek gekomen. Ik gaapte eefe en was aan het bedenken of ik wel naar beneden zou gaan ja of nee. Soms komt mijn vrouw ook gewoon boven bij ooma’s bed om mij te knuffelen en te kriebelen. Maar omdat ik altijd sneks en knuffels wil ben ik naar beneden gegaan.

Koud

Zachtjes mauwen liep ik de trap af want soms wil ik ook eefe bijkletsen. Ik sprong op mijn paal zodat ik mijn vrouw kon begroetten. Mijn vrouw zag me en er kwamen ineens heel veel liefe woordjes en we deden neusje neusje. Ik deed ook kopjes geefe omdat ik haar zo lief vind en zij mij ook. En toen kwam het. Ik voelde iets wat ik niet zo heel fijn vond. Mijn vrouw aaide mij over de zijkant van mijn rug toen er een rilling kwam. Ze aaide me nog een keertje en weer voelde ik die rilling. Ik gaf haar hand een kopje en toen wist ik wat het was!
Brrrr, ze had mega zo heel veel koude handen!! Nou daar vond ik niet zo heel aan want ik kwam net uit een warm bedje. Mijn vrouw aaide door maar ik wilde niet meer. Ik gaf haar hand nog wat kopjes en toen deed ik een stap naar achteren. Ze snapte het en zei sorry voor de koude handen. Ik keek haar aan en toen deden we nog meer neusje neusje zonder dat de handen er waren. Die moest ze eerst maar opwarmen.

Ooma had al een theemok met thee gemaakt voor mijn vrouw zodat ze haar handen kon warmen. Ooma zei ook al dat ik niet zo van koude handen hou en dat ik liever warme heb en ooma weet dit heel goed omdat zij vaak koude handen heeft en dan ook wil knuffelen. In de zomer vind ik dat helemaal niet erg als ik lekker warm ben maar in de winter waar het friest dan heb ik liever warme handen. Toen mijn vrouw haar thee bijna op had deden we opnieuw knuffelen en nou vond ik het zo heel fijn omdat haar handen nu warm waren.
Omdat het zo heel koud is hoop ik echt dat onze buitenvriendjes ook een warm plekje hebben. Zelf ben ik in het bos gevonden en het had ook kunnen friese. Ik doe ekstra tetteren zodat ze een warm plekje hebben. Oja, en dan nog ies. Mevrouw Kever, ik vind oprecht dat Kever atleeties is en super knap en helemaal geen dikke billen heeft!!

Ik tetter ook mee voor freede en dat iedereen geluk en gezond is van ze zelf. Ik geef een kopje aan iedereen die het nodig heeft. Zo weet ik dat de vrouw van Fons en Woezel het kan gebruiken maar misschien nog meer mensen of dieren. En ik wens jullie een fijne week!

Poot getekend, mienister van zachte zaake,
Milamuis

Moby moest hoesten en toen…

Eigenlijk ben ik nooit ziek en vrouw zegt gelukkig maar.
Soms heb ik wel eens een muis of vogeltje gegeten die me iets te zwaar op maag liggen maar dat is geen punt… die spuug ik uit en dan is het goed. Tot de dag dat ik begon te hoesten… eerst een beetje maar toen steeds erger. Vrouw dacht dat ik wat in de keel had zitten dat er niet uit wilde.
Dus ze maakte een afspraak bij de dokter.

Ik werd in de mand gezet en toen mocht ik mee met vrouw in de auto.
Ik vond het helemaal leuk dat ik met mijn vrouw op stap ging en heb geen enkele keer gemiauwd in de auto. Vrouw praatte tegen me en zij dat ze trots was dat ik niet miauwde. Alle anderen maken heel veel geluid als ze mee moeten in de auto… van miauwen tot schreeuwen aan toe.
Bij de dokter moesten we even wachten en toen riep iemand: ‘Moby?’
Jaaa dat ben ik! En ik voelde dat vrouw mijn mand optilde en begon te lopen.
We waren nu dus in de dokterskamer… de deksel van de mand ging open en ik werd op een tafel gezet. Vrouw vertelde het verhaal van het hoesten en toen ging de dokter in mijn bek kijken.

Mooie  kater

Ik liet alles gewillig toe, het was echt niet erg hoor. En de dokter was zooo lief tegen mij en zei dat ik een prachtig mooie kater ben.
Dus ik dacht zolang ze dat blijft zeggen mag ze me onderzoeken.
Ze zei dat het een haarbal kon zijn die me dwars zat of dat er iets in mijn keel of slokdarm vast zat. Dus dat moest onderzocht worden.
Ik werd mee genomen naar een andere kamer en daar ging de dokter goed in mijn keel kijken… maar daar was niets te zien.
Dus moest ik een slaapprik krijgen omdat ze verder wilde kijken wat er aan de hand kon zijn.
Vrouw zat bij me en ik kreeg een prik, nou dat was een makkie vond ik.
Maar opeens werd ik zoooo moe en ik zag mijn vrouw wel drie keer en ik dacht nog van… heb ik drie keer een vrouw?
Mijn vrouw heeft mij verteld dat de dokter met een slangetje via mijn bek naar binnen is gegaan en heeft gekeken tot in de slokdarm.
Daar kon ze echter niets vinden waardoor ik zou moeten hoesten.
Ik kreeg weer een prik om wat sneller wakker te worden.
En toen ik wakker werd zat vrouw nog bij me en zei: ‘He, ben je er weer?’
– Ja hoor vrouw ik werd opeens zo moe dus heb even een dutje gedaan. Alles oke met mij.
De dokter vertelde dat het dan toch een haarbal moest zijn. Dus we kregen een tube anti- haarbalpasta mee en daar moest vrouw mij iedere keer iets van geven.

Slof

En na 2 dagen kwam eindelijk die stomme haarbal eruit echt een hele grote.
Ik heb hem maar in de gang op de tegels laten vallen en niet zoals iemand hier gedaan heeft in de slof van vrouw.
En het hele goede nieuws ervan… het hoesten was over.

Liefs Moby

Japie en de Amu(i)se

Weken heb ik er naar uit gekeken en deze keer wordt mijn lange wachten beloond. Het is een kwestie van wie het meeste geduld heeft. Zelfs met alle happen uit mijn jas hou ik het met mijn dikke bontkraag uren vol in de kou. Als ik wat in elkaar duik en me opvouw tot een kleine wolbaal blijf ik lekker warm. Een beetje dutten mag, zolang de oren maar gespitst blijven en de blik gericht op het gat in de grond. Bij het minste geluid ben ik gelijk paraat. Verder zorg ik ervoor dat de wind m’n snorharen naar achteren strijkt en dat ik als een standbeeld blijf zitten. Het meest lastige is het juiste moment te vinden van toeslaan. Niet te vroeg èn zeker niet te laat. Dat is een kwestie van ervaring. Hoe ouder ik word des te beter ik dit fingerspitzengefühl in de poten krijg. Deze kattiek heeft me al genoeg lekkers opgeleverd. Zo ook nu.

Hebbes

Een nieuwsgierig aagje komt naar buiten om te peilen of de lente al in aantocht is. Ik hoor zijn kleine kiesjes klapperen door de ijzige kou. Net als de uk zich rechtsomkeer maakt om snel de warmte van zijn holletje op te zoeken zet ik mijn voorpoot met een stevige klap op zijn staart. Woest kijkt hij achterom.
Zonder verdere discussie open ik mijn kaken en zet ze in een soepele beweging over hem heen. Het muisje is zo klein dat hij precies in mijn bek past. Het voelt warm en zacht. Over mijn tong voel ik ragfijne nageltjes kriebelen. Alleen het staartje bungelt tussen mijn lippen. Ik onderdruk de neiging om hem hier ter plekke te verorberen. Dat doe ik liever zonder kapers op de kust. Thuis liggen ze met een beetje mazzel in katzwijm.

Op kousenpoten sluip ik door het kattenluik. Wat een pech. Het licht brandt nog. Het is te laat om terug naar buiten te gaan. Ik haast me naar de woonkamer waar ik mijn kersverse furriend onder de gordijnen uit mijn bek laat vallen. De kleine gluiperd is sneller boven dan ik met mijn ogen kan knipperen. Foppe komt poothoogte nemen. Net als ik ziet hij het grijze vlekje – amper groter dan een pink – over de gordijnrails rennen. Ik beloof hem al mijn kipsnackjes als hij niks verklapt. Zolang ons mens maar niets in de gaten heeft. Mijn zorgen zijn nergens voor nodig. Vanuit de keuken roept ze dat het eten klaar staat. Dat is vreemd. We hebben al een portie gehad. Ach, wat maakt het uit. Die muis kan wel wachten. In plaats van een voorgerecht wordt het een furrukkulluk toetje. Gretig rennen Foppe en ik op de opvallend volle voerbakken af. Terwijl ik haastig mijn vlees naar binnen schrok, zie ik vanuit mijn ooghoek de deur dichtgaan. Katjandosie, hoe moet ik nou terug naar de muis?

Laffe streek

Vanachter de deur komen onheilspellende geluiden. Het lijkt alsof Mo de meubels aan het verplaatsen is? Wat bezielt haar om dit zo laat op de avond te doen? Waarom gaat ze niet gewoon naar bed? Daar had ze allang in moeten liggen. Waar ik buiten eindeloos geduld heb met wacht liggen, duurt dit wachten veel te lang naar mijn zin. Ik had makkelijk tienduizend bruine knoeperds kunnen vangen voordat de deur eindelijk weer open gaat. Terwijl Mo met een doosje de kamer verlaat, ren ik richting het gordijn waar ik muis voor het laatst gezien heb. Ik rek mijn nek zo ver als ik kan, maar nergens een grijze vlek.
Vanuit het niets hoor ik tante Cato. ‘Zoek je iets, Japie?’ Zat zij al die tijd gewoon in de woonkamer? Ik miste haar al in de keuken. Zij zal em toch niet hebben opgepeuzeld!? Voor ik van wal kan steken, miauwt ze: ‘Ik denk dat dat wat jij kwijt bent, zojuist door ons mens naar buiten is gebracht.’ Ik denk aan het broodtrommeltje dat ze op dit rare uur van de avond in haar handen had en maak de optelsom. Wat een laffe streek. Ik wil me niet laten kennen en ga met opgeheven kop door het kattenluik terug het donker in.

Wraak

Pas als iedereen in dromenland is, kom ik terug. Door een zware grom diep vanuit mijn keel schrikt Mo wakker. Op het moment dat ze de lamp naast het bed aanknipt, bijt ik mijn kaken stevig op elkaar.
‘Nee, Japie, niet doet!’ schreeuwt ze in de stilte van de nacht. Haar gil overstemt het kraken van de breekbare botjes. Happend naar adem kijkt ze toe hoe ik de muis vermorzel. Het zijn maar een paar happen en dan zit hij in mijn buik. Smakkend lik ik mijn snorharen af. Dan pas kijk ik haar aan. Mijn blik spreekt boekdelen. Vanaf nu laat ze het wel uit haar hoofd om mijn amu(i)se af te pakken.

Koppie van Japie

Kever heeft een mening over klieren en pieren

Deze week leek het zomaar ineens lente in mijn tuin, het foelde nog wel een beetje fris maar als de zon schijnt ziet alles er meteen helemaal anders uit, door de zon lijkt het alsof er veel meer kleuren zijn, en ook al is het in de nacht nog aan het friezen, ik kan de lente al ruiken!

Tuin

Ik was elke dag best lang in mijn tuin, en mijn vrouw ook, ze heeft allemaal takjes en blaadjes weg gehaald, ze heeft aan planten geknipt dat ze kleiner werden, het is eigenlijk te froeg om dat te doen zegt ze, maar ze had net als ik zo een zin om buiten te zijn, en ik find wel dat mijn tuin nu veel netter lijkt, daardoor kan je nu zien dat er oferal kleine groene puntjes naar boofen komen.
Die kleine sprietjes heb ik allemaal bekeeken, ik heb er aan gesnuffeld en soms ben ik er op gaan zitten, mijn vrouw zegt dan iets over dikke billen en fraagt of ik niet ergens anders kan gaan zitten, maar folgens mij is warmte van mijn lijf juist goed voor plantjes, en bofendien: als ik niet op die kleine plantjes mag gaan zitten kan ik NERGENS zitten, dus ik doe net alsof ik niks hoor.

Mikkie staat altijd al klaar op de schuur, of soms in de tuin van de buuren, en we krijgen allebei een snekkie, sinds een week komt zijn zusje af en toe mee, zij is ook een dochter van Bolle en mijn mensen noemen haar Juultje, toen Bolle hier nog woonde kwamen ze vaak op bezoek bij hun papa, ook Juultje krijgt een snekkie en dan zau het zielig zijn als ik niets krijg, find ik, en dat finden mijn mensen gelukkig ook.

Pokon

Als ik in mijn tuin ben hoor ik vaak gekrabbel aan één kant van het hek, dan weet ik al wat er gaat gebeuren: Pokon klimt over mijn gaaas en laat zich naar beneeden fallen, zo in mijn planten, mijn vrouw roept Ja hoor jongens, maken jullie alles maar kapot!, maar ze moet ook lachen, dat hoor ik terwijl ik achter Pokon aan zit, het is een spel dat we elke dag doen, Pokon is sneller maar ik ben Kever!, daarom win ik toch vaak, we rennen heen en weer door de tuin, Pokon springt op de fensterbank of op de taafel, of hij ferstopt zich aan de zijkant van het terras, ik ga hem zoeken en tikken, hij tikt terug, en zo gaan we door tot we er geen zin meer in hebben, kijk maar op de fillum!

(tekst gaat verder onder de fillum)

Pieren

Mijn man zei dat Pokon spesjaal langs komt om efentjes te pieren, dat is een soort klieren maar dan niet ferfeelend, mijn vrouw zei dat het een soort belletje trekken is, en ikzelf moet eerlijk zeggen dat het me soms te veel wordt, ik ben natuurlijk toch al een seeniejor-jongen van 12 jaaren en Pokon is pas 2, die heeft altijd eenersjie en wil altijd nog langer speelen, maar gelukkig letten mijn mensen op en als ik het niet leuk meer find zetten ze Pokon weer bofen op het dak van het schuurtje.

Fandaag, nau ik mijn letters maak, is het ineens weer kauder, maar ik weet dat de lente niet meer zo heel fer weg is, de winter is bijna foorbij, en ik ferheug me op alle zon die gaat komen, op de daagen die steeds langer worden, en op de tijd dat ik in mijn gras kan liggen en over mijn furkering Milamuisje kan dromen, en tussendoor doe ik dan pieren met Pokon, ik zie het helemaal zitten, en als jullie, mijn vrienden, mee willen pieren en klieren zijn jullie altijd welkom!!

***

Ik stuur zachte kopjes en neusjes naar iedereen die iemand mist, en natuurlijk blijf ik doortetteren voor vreede!!