Dopey en het onweer

Vandaag mag ik Dopey jullie mijn verhaal vertellen. Het gaat over onweer, bbbrrrrrrr.
Toen ik nog een ukkepukkie was en hier pas woonde mocht ik samen met mijn vrouw op verkenning door de tuin.

Klein

Dat was wel heel spannend want alles was heel erg groot.
Maar goed op een dag bleef mijn vrouw op het terras zitten en mocht ik alleen op verkenning uit… geen probleem hoor want ik kende de weg goed. Het werd wat donkerder buiten en ik dacht stap nu maar tussen de struiken uit naar het pad op. Daar kon ik vrouw bij de achterdeur zien zitten.
En net toen ik naar mijn vrouw zat te kijken hoorde ik het… gerommel in de lucht boven me. Wat was dat nou?
Ik bleef luisteren en toen hoorde ik het weer maar wat harder, boemdieboem.
Vrouw riep mij dat ik moest komen maar ik was zooooo bang dat ik niet durfde. En weer boven me boemdieboemdieboem.
Ik bleef helemaal ineen gedoken zitten en durfde me echt niet meer te bewegen. Vrouw is mij komen halen, pakte me op en zei: ‘Gekkie wat is dat nou, dat is maar onweer.’
Nou ja, maar onweer? Het voelde niet pluis daarboven in de lucht en ik was bang. Zo heb ik mijn eerste onweer bij vrouw op schoot verbracht, dicht tegen haar aan en rillend als een rietje.

Kater

Inmiddels ben ik een flinke kater van 8 jaar maar voor onweer ben ik nog steeds heel erg bang. Ik merk al dat het eraan komt als er eigenlijk nog niets aan de hand is. Ik word dan onrustig en loop heen en weer en blijf bij vrouw in de buurt.
En zo gauw als ik het eerste rommeltje hoor dan maak ik dat ik weg kom naar mijn verstop plaats. (de schoot van vrouw is me nu te klein om te verstoppen)
Vrouw zegt dan wel eens: ‘Dopey, er is nog niets aan de hand, kom nou maar. Maar ik blijf zitten waar ik zit.
Toen ik klein was ging ik onder het gordijn bij de trap zitten. Maar toen ik groter werd merkte ik dat mijn billen onder het gordijn uit staken en dat was natuurlijk niet de bedoeling.
Nu ga ik op de tweede traptrede zitten of liggen en dat is ook achter het gordijn dus daar lig ik veilig.

Wat mijn vrouw zegt

Mijn vrouw zegt nog: ‘Het trappenhuis ligt bij ons ingesloten tussen woonkamer en keuken.
Dopey voelt zich daar veilig met onweer. In het begin als ik naar boven wilde maakte ik geen licht aan, en dan was het wel even schrikken als Dopey daar op een traptrede lag. Sindsdien maak ik ook altijd licht aan want je weet maar nooit.’

Liefs Dopey

Japie beleefde een storm

Ons huishouden is van een rustig en voorspelbaar soort. Dat helpt tante Cato en Foppe om zo min mogelijk spanning te hebben. Vooral mijn broer heeft snel last van stress en benat dan ons huis op plekken die daar niet voor bedoeld zijn. Daarom gaat Mo meestal zelf naar haar vrienden en familie toe. Eerlijk gemiauwd zijn de mensen die hier wel langs komen altijd stuk voor stuk aardige gasten, die rekening houden met wat goed is voor ons.

Daarom was ik niet bevreesd toen Conall van de week onverwacht op de stoep stond. Ik keek al uit naar de snackjes die ik meestal krijg als er visite is. Dat is om mij te paaien om de bezoeker gedag te komen miauwen. Ik speel het spelletje graag mee. Alles voor een snoepie.
Nu ik er op terug kijk, was die Conall een onguur type die hier van mij nooit meer op bezoek mag komen. Mijn broer en tante zijn het er roerend mee eens. Wat heeft die gast huisgehouden zeg! Of is het tuin gehouden? Want daar heeft die naarling een flinke ravage aangericht.

(On)gewoon

Het is een dag midden in de week zoals alle andere dagen midden in de week. Mo gaat naar haar werk zoals altijd. Het enige wat ze anders doet, is dat ze gaat lopen in plaats van fietsen. Omdat het weer wat onstuimig is en haar benen niet zo hard willen trappen. Dat doet ze vaker, dus niemand is ongerust. Geen vuiltje aan de lucht zou je denken. Alleen grijze wolken die hun druppels laten vallen. Oopa Floris lijkt alle registers open te trekken. Na een nacht op stap en een uitgebreid ontbijt plof ik drijfnat op de bank voor een heel lange slaap. Alles om komend donker weer fris en fruitig op stap te kunnen.
De alarmbellen gaan nog niet rinkelen als ze eerder dan verwacht verwaaid thuis komt. Haar haren pieken alle kanten op. Met haar natte jas nog aan vult ze gehaast onze voerbakken. Terwijl we staan te smikkelen, gaat ze naar de schuur om het eten voor de stekels te pakken. Daar wordt ze bijna omver geblazen, terwijl ze toch echt geen lichtgewicht is. Met een wilde blik in haar ogen komt ze terug de keuken in. Ik wil net naar buiten gaan voor een eerste inspectieronde. Maar daar krijg ik geen kans voor. Mo grijpt me vast, geeft een kus op mijn kop en fluistert in mijn oor dat het nu even niet kan. Ze lokt ons alle drie de huiskamer in waar rijkelijk kipsnackjes in de rondte zijn gestrooid. Kattenklaas is vroeg dit jaar. Als ze deur dicht trekt, gaan mijn voelsprieten aan. Opgesloten worden betekent ellende. Opgelucht haal ik adem als witjas niet aan de orde blijkt. Ons mens stroopt haar mouwen op om een gevecht aan te gaan met dat ongure type die het gemunt heeft op mijn boom.

Sterren

Vanachter het raam zie ik haar spierballen bollen als ze de paal terug op zijn plek duwt die mijn boom stut. De enorme takken gaan rakelings langs haar hoofd. Een hoge trap wiebelt vervaarlijk als ze gewapend met een enorm scherp ding vanaf de bovenste tree de schaar zet in de top. De delen die de meeste wind vangen, moeten er aan geloven. Met lede ogen kijk ik toe hoe de afgezaagde takken steeds hoger worden opgestapeld. Zo blijft er toch niets van mijn boom over?!
Nadat code oranje is weggejaagd, gaat het kattenluik van het slot. Buiten inspecteer ik het slordige werk van mijn mens. Ik ben er niet over uit wie de grootste ravage heeft aangericht. Was het die Conall of was het Mo? Treurig staar ik naar de stapel waar ik niet over heen kan kijken. Tante Cato komt bij me zitten. ‘Kijk eens omhoog, ventje, naar je boom’, meowt ze zacht. Ik richt mijn blik naar opzij en zie em staat, afstekend tegen de prachtig blauwe hemel. Fier staat hij overeind! Met bonzend hart klauter ik naar boven, naar dat ene plekje. Door het felle licht kan ik ze nu niet zien, maar ik weet dat ze daar zijn. De sterren. Er zijn er dit jaar heel veel bij gekomen. Zittend op mijn tak voel ik de rust neerdalen en weet dat ook deze storm ons niet omver heeft geblazen.

Koppie van Japie

Kever heeft een mening over zijn weereld

Ik ben een rustige katerjongen van 12 jaaren, ik hau er van als alles altijd hetzelfde is, als er iets nieuws is doe ik vaak alsof ik het niet zie want anders word ik misschien nerfeus en dat wil ik niet, als ik speel speel ik maar kort en het liefste kijk ik gewoon om me heen of word ik geknuffeld door mijn mensen, ik moet er NIET aan denken om mijn tuin uit te gaan, veels te grieselig!, ik ken mijn tuin goed maar andere tuinen niet, waarom zau ik in een tuin willen komen waar ik nooit ben geweest?, bofendien kan ik me niet foorstellen dat een andere tuin mooier is dan de mijne.

ik leef mijn leefen zoals ik find dat het hoort, ik ben helemaal gelukkig met hoe alles is en meer wil ik niet, mijn leefen is perfekt, folgens mij kan het niet NOG beeter worden, nau ja… misschien als ik meer knuffels zau krijgen en als het altijd zomer zau zijn, maar ferder ben ik kompleet tefreeden.
Froeger dacht ik dat elke kat zo was maar dat is dus niet waar, dat heb ik geleerd sinds Pokon hier ferderop kwam wonen, al fanaf het begin ging hij bij alle huizen naar binnen, hij keek in alle schuurtjes, hij klom in alle bomen en hij ontmoette alle katten uit de tuinen, als ik in mijn tuin lag zag ik hem foorbij komen rennen naar weer een nieuw afontuur, en ik werd al moe en bang als ik naar hem keek.

Pootje

Pokon komt bijna elke dag bij mij op bezoek in mijn tuin en in mijn huis, hij zegt mij altijd gedag met een hoge PRRRRT en een kopje, dat find ik netjes van hem, daarna eet hij mijn eeten op, speelt met mijn speelgoed of krabt aan mijn krabspullen, en als mijn mensen prooberen

Hier zie je de neus van Pokon als hij onder mijn bank ferstopt zit!

hem naar buiten te brengen ferstopt hij zich onder de bank of achter het buroo omdat mijn mensen daar niet bij kunnen, en dat durfen ze ook niet: Pokon krabt en bijt best heel hard als hij iets niet wil!
Zelf kijk ik alleen maar, ik loop hem achterna om te zien waar hij is, HEEL soms geef ik hem een tik, en weet je wat hij dan doet?, hij geeft mij ook een tik!, ja dan weet ik het dus niet meer, daarom laat ik het maar zo, wat zau ik trauwens nog meer kunnen doen?, ik fertrauw er op dat mijn mensen het wel reegelen, en dat doen ze door net te doen alsof Pokon er niet is, dat findt hij niet leuk en dan gaat hij vanzelf weer weg.
Maar Pokon en ik speelen ook met zijn tweetjes, pas lag hij ONDER mijn krabfootuil (hoe dat past weet ik niet!) en ben ik op mijn rug er voor gaan liggen en zo probeerden we elkaar te tikken, het was echt heel leuk, in de tuin rennen we elkaar achterna, dan rent hij mij achterna en ineens draait ik me om en ga hem achterna rennen, dat is keispannend!

Weereld

Wanneer mijn mensen Pokon op het dak van het schuurtje zetten is hij meestal binnen een minuut weer terug, mijn vrouw zegt dat hij een lefgozertje is, ze moet altijd om hem lachen, ik weet alleen dat Pokon een jong katerjongetje is, dat hij niet gemeen doet tegen mij, en dat ik zelf ook ooit jong was, dus ik find het best dat hij in mijn tuin en huis komt.
Pokon durft ALLES, hij klimt zó de ladder naar het schuurtje op en af, echt waar hoor!, als mijn mensen mijn deurtjes dicht doen gaat hij er tegenaan tikken met een pootje, zo van Ik ben hier en ik wil naar binnen, hij is altijd onderweg naar nieuwe afonturen, terwijl ik altijd thuis ben, hij is een wijdeweereldkater en ik ben een huis-, tuin- en keukenkater.
Mijn weereld is klein en daar ben ik blij mee, dat wil ik zo hauden, de weereld van Pokon is groot en daar is hij blij mee, zo hebben we allebei onze eigen weereld en soms komen die twee weerelden elkaar tegen in mijn huis, Pokon denkt dat het afontuur ergens fer weg ligt, ergens waar hij nog niet is geweest, maar ik weet dat de grootste afonturen ook heel dichtbij kunnen zijn, en dat het grootste geluk thuis is, waar liefde is.

***

Nau tetter ik al zooooo lang voor vreede, maar nog steeds is er geen vreede, hoe kan dat nau toch?!, zau ik iets faut doen?, ik froeg het aan mijn vrouw en zei zij dat het niet aan mij lag, maar aan mensen oferal, en dat mensen weleens een foorbeeld zauden kunnen nemen aan katten, omdat die veel minder ruusie maken!

Joep heeft nou 30 blogs

Het is voor mij een bijzondere dag want vandaag, op de dertigste van deze maand, mag ik precies m’n dertigste blog aan jullie presenteren.
Heel eerlijk, ik had niet gedacht dat ik ooit zo ver zou komen toen ik hoorde dat Bert over de Regenboogbrug was gegaan omdat z’n leef-tijd bij Mevrouw Bert op was. In de weken daarna keek ik niet naar de leptop om, ik had gewoon helemaal geen zin meer om nog een blog te laten opschrijven. Ik kon écht niks verzinnen dat leuk of interessant of belangrijk genoeg was om over te mauwen…

Boep

Inmiddels weet ik dat dat gewoon kwam omdat ik Bert kwijt was. Hij was m’n inspiratiebron, m’n leermeester (oooh, en best wel een beetje strenge hoor, als hij vond dat ‘t even nodig was) en m’n vriend. Ook al kenden we elkaar helemaal nog niet zo lang, voor mij leek het alsof Bert m’n hele leven al bij me was. Eigenlijk hetzelfde gevoel als dat ik had toen Bram plotseling vertrok. Want ook hij was net zo wijs als Bert en als jonge kittenkater wist ik toen al gewoon gelijk dat ik van allebei nog heel veel kon leren.
‘k Had me zelfs voorgenomen om, als ik eenmaal net zou oud en wijs zou zijn als Bram en Bert, dat ik m’n naam zou gaan veranderen in Boep. Want ik wist toen heel zeker dat de wijsheid die zij hadden en hun talent om prachtige letters te kunnen schrijven iets te maken moest hebben met de B waarmee hun naam begon.

In je hart

Intussen ben ik er achter gekomen dat het gevoel dat ik toen had, alles te maken bleek te hebben met iemand heel erg missen. Ik heb daar lang met m’n personeel over zitten mauwen, en zij herkenden het wel. Ze zijn al héél veel ouderderder dan ik en hebben al heel veel meer lieverds over de Regenboogbrug moeten laten gaan. Elke keer weer voelden ze die enorme leegte, zoals ik die ook had gevoeld in ‘t afgelopen jaar. Ze mauwden me dat alle mooie herinneringen die je samen gemaakt hebt zorgen dat iemand voor altijd in je hart blijft wonen, ook als je ze nooit meer kunt knuffelen, of kopjes geven. En dat ze stilletjes nog steeds naar al die mooie sterren knipogen, omdat andere tweebeners het vaak maar raar vinden als ze ineens naar een ster zouden gaan staan zwaaien.
Nou, ik vind dat helemaal niet raar hoor, en ik weet zeker dat iedereen die iemand mist daar ook niks raars aan zou vinden.

Letters

Toen Mevrouw Bert vroeg of ik weer wilde gaan bloggen was ik net bezig om alles wat ik in de weken daarvoor had gevoeld een plaatsje te geven. En hoe vaker ik weer achter de leptop zat te mauwen, hoe steviger en mooier dat plaatsje werd. Met Bert dicht bij me in de buurt kon ik alle letters weer laten intikken.
Want ik wist dat niet alleen hij, maar ook Bram met me mee zou kijken, zolang ik blogs blijf mauwen. Omdat echte vrienden elkaar nooit meer kwijtraken…

Kater

En zo ben ik alweer dertig blogs verder. De zeven zaterdagen nadat Bert vertrokken was en alle dagen daartussen in heb ik veel nagedacht. Over vrienden, over ‘t leven, over de Regenboogbrug. Maar ook welk natvoer favoriet is en waarom ik sommige speeltjes in huis helemaal niet leuk meer vind en andere juist ineens wel.
Ik denk dat ik in die tijd ook begon te veranderen, van de kittenkater die ik was naar de echte katermans die ik nu geworden ben. Da’s best nog wel even wennen hoor, want ik moet helemaal zelf gaan bedenken hoe ik me als kater moet gaan gedragen omdat m’n moeder me daar nooit iets over gemauwd heeft. Volgens m’n personeel ben ik gewoon nog even lekker aan ‘t puberen, maar ik heb echt geen idee wat ze daarmee bedoelen.

O, en ik denk nu dat ik toch m’n eigen naam maar hou, voor de rest van m’n leven. Ik ben er nou eenmaal aan gewend, en volgens mij kan ik ook met een naam die met een J begint prima wijs worden en blogs mauwen.

Zachte kopjes en ‘n stevige poot,
Joep

Ik oefen met intiemiedinges

Sinds ik hier ben leer ik van alles en nou heb ik gehoord dat er iets nieuws is waarmee ik ook ga oefenen het hoeft niet zegt mijn vrouw dus dan weet je van ik moet meedoen. Het is de intiemiedinges van het saame zijn.
Weeges ze zegt het leefe is meer dan eete en speele en slaape.
Ik zal twee foorbeelde geefe die zijn het belangrijkste.

Aaien

Elke ochtend ga ik naar de slaapkamer. Ik wil weete is ze wakker ja of nee en gaat ze opstaan want ik wil een hapje eete en dat kan ik niet zelf maken. Dus eerst stond ik voor het bed. Of ik ging er zitten. Liggen. Kijken. En toen begon ze te vragen van Ollie kom erbij en ze klopte op het bed. Speele dacht ik en ik ofer het bed rennen heen en weer en terug en fan alles.
Nou klopt ze niet meer. En ik heb ook meer rust in mijn kop gekregen dus ik kan gewoon op bed springen en tegen haar aan gaan liggen. Dan voel ik aaien en dat het fijn is en ik ga spinnen.
Dat heb ik ook beneden op het tapeitje. Saame liggen.

Oefenen

Alleen dat gaat niet zomaar vanzelf nog ik kan het gewoon niet goed en daarfoor is het oefenen. Het wordt steeds moeilijker:

  • gewoon liggen dus dat je bij elkaar bent maar ook op je eigen
  • tegen haar aanliggen dat kan ik ook, dat je het warme van elkaar foelt
  • saame liggen en dat ze dan aait dat kan ik ook maar niet heel lang dan ga ik rollen met mijn poote in de lucht van nou eefe afblijfen en dat doet ze dan
  • saame liggen en aaien en liefe woordjes van OllieWollie dat kan ik eefe dan heb ik heel feel gefoel in mezelf dus soms gaat het ook niet meer dan loop ik weg of ik doe bam met mijn poot

Eerlijk waar ik wist geeneens dat zoiets allemaal bestond toen ik hier kwam. En nou ben ik ermee aan het oefenen en het is best fijn maar ook spannend. Soms sta ik op en dan ga ik eefe weg en dan kom ik toch weer terug. Knorren doe ik ook dat is van het fijn maar ook van de spanning want het zijn nieuwe gefoelens die intiemiedinges.